zondag 13 maart 2005
35 * 25,72 * 165
Een grote zelfoverwinning: ik hijs mezelf mijn vervloekte vehikel op en maal vijfendertig kilometers af door dat idiote Brugse hinterland met zijn schuingewaaide populieren, overvolle wintersloten, wit-zwarte koeien die hun wittebroodsdagen van dit jaar buiten de stal doorbrengen, tuinkabouters, varkenskoten en zondagnamiddagwandelaars. Ergens tussen mijn oren dreint de derde cd, recitatieven én highlights, van Mozarts Don Giovanni. Op het ogenblik dat de (dode) Commandatore zijn opwachting maakt en met zinderende bas de frivole held tot de orde roept, passeer ik net het bordeel ‘One’ aan de Maalsesteenweg ter hoogte van Donk. (Ik wéét dat het een horreur is dat ik deze muziek in koersbroek probeer te savoureren.) Tranen schieten mij in de ogen maar ik weet niet of de muziek hiervoor verantwoordelijk is dan wel de wind die, nu het keerpunt is bereikt, plots vanuit een andere hoek in mijn ogen waait. Wat verderop zit in de wei rechts een witte meeuw en, aan de overkant van de landweg, in de wei links een gitzwarte kat. Tegen de wind in haal ik nog nauwelijks tweeëntwintig per uur: de conditie is er nog lang niet.