woensdag 23 maart 2005

Sferen 73-78

Het succesvolste subject, dat zichzelf nochtans graag in termen van soevereiniteit en autonomie gedefinieerd ziet, zou wel eens het subject met de succesvolste stofwisseling, i.e. interpenetratie met zijn omgeving, kunnen zijn. Zelfverwerkelijking is nu net het omgekeerde van een navelstaarderige preoccupatie met een in principe vast te omlijnen zelf. Intimiteit is een vorm van bezetenheid, een bereidheid om zich te laten bezitten. ‘Is dus niet elke subjectwording afhankelijk van veelsoortige geslaagde doordringingen, vormende invasies en belangstellende overgaven aan verrijkende indringers?’ De intimiteit die S. voor ogen staat heeft niets te maken met die ‘in serie geproduceerde driekamerwoningen van het freudiaanse zielsapparaat’. Veeleer wil S. zich beroepen op de zielstopologie die Gaston Bachelard in 1948 ontwikkelde in La terre et les rêveries du repos. De aanvankelijke intieme sfeer heeft niets van de kalme, perfecte euclidische bol maar blijkt het een vat van tegenstrijdigheden waarin nauwelijks een precair evenwicht mogelijk is.
(Als u hier niets aan heeft, slaat u dit 'Sferen'-rubriekje maar over...)