vrijdag 15 november 2024

een mooi moment, vorige week 63

241107

VERZOENING

Ik verlaat boekhandel Raaklijn en stuit, totaal onverwacht, op de zussen L. en H., die op het punt staan er naar binnen te gaan. Ik heb H., na mijn conflict met haar man R. negentien jaar geleden, in geen tien jaar meer gesproken. Of daaromtrent. Ik zag haar voor het laatst op de wekelijkse markt op het Beursplein, toen het oude Beursgebouw al was afgebroken maar het nieuwe er nog niet stond. Ze herinnert zich, zo zegt ze nu, dat ik er toen een broek wilde kopen. (Aan een klerenkraam dat niet meer bestaat.) Het is me al vaker opgevallen dat andere mensen, en ik heb de indruk meer specifiek vrouwen, voor dat soort details, die ik geneigd ben triviaal te noemen maar die in werkelijkheid wellicht de essentie van het leven dichter benaderen dan veel hoogdravende theorieën, een veel scherper geheugen hebben dan ikzelf. De broek die ik toen zal hebben gekocht, is nu wellicht allang versleten. Of ik kan er niet meer in.

Het weerzien op de stoep voor de boekhandel verloopt uitermate aangenaam. H. spreekt me, ondanks de afstand die er vele jaren tussen ons is geweest, erg vriendelijk toe. Ik heb zelfs de indruk dat ze blij is me te zien. Ze zegt dat ze probeert te volgen wat ik zo allemaal schrijf. Dat doet me plezier, en dat zeg ik haar ook. Ik informeer naar haar dochter, die recent een flinke tegenslag heeft moeten verwerken, zoals ik viavia heb vernomen. Ik neem me voor het initiatief te nemen om me met R, haar man, te verzoenen. Na negentien jaar is het daar toch stilaan tijd voor. Straks ligt een van ons beiden onder de zoden en dan is het te laat. Misschien kunnen we ooit nog eens samen snookeren, zoals we vroeger vaak deden. Als we daar ondertussen al niet veel te stram en bijziend voor geworden zijn. H. juicht dit voornemen toe.