241114
GEVONDEN GELD
De kans dat je op straat geld vindt wordt, nu cash stilaan verdwijnt, met de dag kleiner. Dat verdwijnen van cash is een ramp voor bedelaars en buskers. En voor de collectebus in kerk of tempel. Het aantreffen van verloren geld is me hoe dan ook in mijn leven maar een paar keer overkomen. Als kind vond ik hier en daar eens een roestkleurige halve frank. En in mijn volwassen leven mocht ik eens als eerlijke vinder een portefeuille die 50 euro bevatte onaangeroerd afleveren op het adres dat ik op een van de eveneens in het lederwaar aanwezige documenten had aangetroffen. Eén keer maar heb ik de chance gehad een bankbriefje van de straat te kunnen oprapen. Een coureur die me met hoge snelheid was voorbijgereden diepte, toen hij alweer een vijftigtal meter verder was dan ik, iets uit zijn rugzakje op, een energybar of iets dergelijks. Ik zag hoe bij dat opdiepen iets op de grond viel – de man was te ver om te roepen en reed te hard om hem bij te halen. Het bleek een briefje van 20 euro te zijn, mijn grootste vondst ever. En kijk, vandaag vond ik nog eens iets: een muntstuk van 1 euro. Het lag onder het rijtje onder een afdakje op de warenhuisparking geparkeerde, in elkaar geschoven boodschappenkarretjes waaruit ik er een had losgemaakt. Ik doe dat met een jeton, maar je kunt daar ook een muntstuk voor gebruiken. Wellicht dacht de vorige eigenaar dat zijn muntstuk tot ergens ver achterin de karretjesrij was gerold, waardoor de recuperatie ervan niet opwoog tegen de inspanningen die daartoe dienden te worden geleverd. Niet dus, want door mijn karretje los te maken en achteruit te rollen kwam die ene euro bloot te liggen, zoals in Pompeï na tweeduizend jaar de archeologen verkoold-versteende lijken aantreffen, of zoals een wegsmeltende gletsjer tientallen jaren nadat een bergbeklimmer vermist is geraakt diens stoffelijk overschot aan de werkelijkheid teruggeeft.