AFGEVOERD
Ik beeld mij in dat ik een literatuurliefhebber ben én – statistisch moet het niet onmogelijk zijn –Harelbekenaar. Ik beeld mij daarenboven in dat die Harelbeekse literatuurliefhebber via Facebook geconnecteerd is met Ivo Kievenaar. Ivo Kievenaar is een Nederlandse uitgever van vertaalde literatuur. Ik beeld mij nog meer daarenboven in dat die Harelbeekse literatuurliefhebber op de tijdlijn van Ivo Kievenaar de link heeft zien staan naar een in 2009 geregistreerd en later op YouTube geplaatst interview met de al geruime tijd in verband met de Nobelprijs genoemde maar helaas onlangs veel te vroeg overleden Spaanse schrijver Javier Marías. Ik beeld mij al helemaal in de wolken in dat mijn Harelbeekse literatuurliefhebber, na dit interview te hebben bekeken en beluisterd, spoorslags naar zijn plaatselijke bibliotheek rent om er het enige exemplaar van de verhalenbloemlezing Geen liefde meer op te halen of dan toch minstens te reserveren omdat Marías in dat interview zo mooi en, jawel, begeesterend spreekt over geesten, meer bepaald in het verhaal ‘Cuando fui mortal’ dat, door Aline Glastra van Loon als ‘Toen ik sterfelijk was’ vertaald, in die verhalenbloemlezing werd opgenomen. Welnu, onze Harelbeekse literatuurliefhebber zal van een kale reis terugkeren want in zijn bibliotheek is het – veronderstel ik – enige exemplaar van dat boek niet meer aanwezig. En hoe weet ik dat zo zeker? Wel, omdat het in mijn bezit is. Want in tegenstelling tot mijn verbeelde Harelbeekse literatuurliefhebber moet ik niet naar de openbare bibliotheek van mijn gemeente hollen om dat boek op te halen, neen, het volstaat om in mijn eigen boekenverzameling dat boek op te snorren – en ja, laat dat nu net het exemplaar zijn dat om een of ander onnaspeurbare reden werd verwijderd uit de, blijkens het stempel op de titelpagina, ‘Plaatselijke Openbare Bibliotheek St. Salvator, Marktstraat 88 – 8530 Harelbeke’, tel. (050) 73 70 73’. Waarschijnlijk omdat het daar te lang onaangeroerd op de planken was blijven staan. Geen liefde meer werd in 1998 bij Meulenhoff uitgegeven, in datzelfde jaar door St. Salvator aangekocht, en in 2009 voor een habbekrats door mij verworven. (Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het in de afgelopen dertien jaar niet door mij werd gelezen, maar daar zal nu dus wel verandering in komen – allicht ten detrimente van de door mij opgevoerde hypothetische maar niet geheel en al onwaarschijnlijke Harelbeekse literatuurliefhebber, die nu naar een andere bibliotheek zal moeten gaan, in de hoop dat ze daar minder kortzichtig zijn geweest.)