OVERWEGING
Ik overweeg te stoppen met mijn pogingen om op Facebook op een beleefde en genuanceerde manier een bijdrage te leveren tot het maatschappelijke debat. De toon van sommige reacties is te scherp. Ik kan er niet meer tegen. En wat levert het op?
De gedachte dat ik bij machte zou zijn om iemand op dit medium met geschreven woorden te overtuigen heb ik al lang laten varen. Het is on-mo-ge-lijk. Niemand stapt van zijn gelijk af. Het tegendeel is waar: het is alsof elke discussie, hoe beredeneerd en voorkomend ook gevoerd (toch van mijn kant), de standpunten alleen maar doet verharden. En niet alleen dat, de taal wordt ruwer, onbeleefder, brutaler. Eigenlijk hoeft dat niet te verbazen. De discussies op Facebook – waar geschreven woorden de intonaties en het oogcontact en dus de onmiddellijke verantwoording of het eventuele ombuigen van misverstanden moeten missen – kunnen niet anders dan in dovemansgesprekken vastlopen.
Er zijn mensen van wie je meer verwacht. Zo noemde een Gentse advocate (die ik niet persoonlijk ken maar die mij wel al enige tijd volgde) mij ‘onverdraagzaam’ en ‘verzuurd’. Oké, dat mag zij dénken voor mijn part. Maar om dat *unverfroren* op mijn tijdlijn te schrijven? Wanneer ik haar via Messenger vraag om deze beledigingen – want zo ervaar ik haar kwalificaties – in te trekken, word ik door haar ontvriend. Zo gaat dat in een virtuele wereld waarin men elkaar niets verplicht is. Deze mevrouw leest gedurende maanden mijn teksten, is het daar soms wel en soms ook niet mee eens, geeft er niets inhoudelijks voor terug (dat verlang ik ook niet), maar slingert mij wel een paar verwijten naar het hoofd om dan unilateraal de deur achter zich dicht te trekken. Exit Chantal Van G.
Een andere intelligente mens pleit voor een open dialoog en beroept zich daarbij zelfs op de filosoof Gadamer – om dan vervolgens het debat eenzijdig af te breken: ‘In je antwoord heb je helemaal geen gelijk. Sorry. Ik laat het hierbij, want mijn tijd is elders van meer belang.’ Het is eens wat anders: een open dialoog zonder argumenten. Exit Gadamer en de daarbij horende mooie intenties.
En dan heb ik het nog niet over de brutale taal die personen die mij totaal onbekend zijn zich permitteren. Ik ben bereid mijn best te doen om in elk glas de halfvolheid te ontwaren, maar ik kan het niet helpen: die enkele pijnlijke reacties raken mij harder dan de talrijke blijken van instemming. Het doet me geen deugd eraan te worden blootgesteld en dus overweeg ik om van dit platform af te stappen. Toch met uitgeschreven meningen over maatschappelijke vraagstukken die aanleiding geven tot woke discussies over politieke correctheid en waarbij leeftijdsverschillen een rol spelen.
Ik heb daar allemaal niet zoveel zin meer in. Ik vraag mij af of het allemaal de moeite waard is – hoe graag ik ook deze stukken schrijf en hoeveel bijval ook ze genieten.
Ik zie dat wel meer mensen zich terugtrekken uit dit virtuele geweld. Men keert de verbale schermutselingen op Facebook de rug toe, zoals men zich ook in de echte wereld afschermt voor conflictstof. Een van de tussenkomsten naar aanleiding van een discussie die ik hier de voorbije dagen voerde, is mij bijgebleven: ‘Ik kom al zo lang op zoveel plaatsen (of op bepaalde tijdstippen) niet meer omdat ik me er weggedrumd voel door luidruchtige, “aanwezige” mensen die geen idee meer lijken te hebben van wat rekening houden met elkaar is. En het triestige eraan is misschien nog wel dat ik dat normaal ben beginnen te vinden...’
Ik heb nu zin om dit voorbeeld te volgen. Ik zal nog proberen om nummer 300 van deze reeks dagelijkse teksten te bereiken. Ik heb er veel plezier aan beleefd om ze te schrijven, en ik heb vaak genoten van de likjes en de hartjes en de positieve commentaren, maar ik denk dat ik er nu beter mee stop omdat sommige reacties mij te veel pijn doen, te verdrietig en moedeloos stemmen. Mij te zeer het gevoel geven geen deel meer te willen uitmaken van deze wereld, zoals hij blijkbaar geworden is toen ik eventjes niet oplette.