ONDERMIJNEND
Mijn afkeer van reclame is niet enkel door esthetische overwegingen ingegeven. Uiteraard storen slechtgemaakte reclames me, uiteraard enerveert herhaling. Jazeker, dat komt maar al te vaak voor, maar ik ben niet zo rabiaat anti dat ik blind (of doof) zou zijn voor pareltjes van inventiviteit, goede en grappige vondsten, meesterstukjes van fotografie, enzovoort. Neen, esthetische overwegingen wegen niet door om mij te doen zeggen dat alle reclame zou moeten worden verboden. Ik ben die mening toegedaan omdat reclame totalitair is, omdat ze de taal ondermijnt en een aanfluiting is van de menselijke waardigheid. Omdat reclame een bedreiging vormt, niet in de eerste plaats in esthetisch maar wel in ethisch opzicht.
Er is gelegenheid te over om zich te ergeren en te bezinnen over de vraag hoe het komt dat reclame niet al lang verboden is. We worden er dagelijks mee gebombardeerd. (Met als gevolg dat de redelijke mens die ik nog altijd probeer te zijn zich er zoveel mogelijk probeert van af te schermen – maar er is geen ontkomen aan.)
Sta even samen met mij stil bij drie reclameboodschappen die de jongste weken door de openbare omroep VRT worden verspreid. (Ja, de openbare omroep. De ondanks ons belastinggeld armlastige openbare omroep die, tegen alle gemaakte afspraken in, zich op reclame-inkomsten moet verlaten om zijn taak te kunnen blijven vervullen. En die dus in die zin bezwaarlijk een ‘openbare’ omroep kan worden genoemd.)
1. Belfius en Proximus gebruiken het veertig jaar oude lied ‘Beats of Love’ van Nacht und Nebel om hun ‘Beats’-campagne te ondersteunen. Deze service, die bancaire en telecommunicatiediensten combineert, richt zich vooral op jongeren. Oké, niets aan de hand. Maar ik vind het niet kunnen dat een gitzwart lied waarvan de rechten blijkbaar voldoende verstreken zijn zodat de eerste-de-beste zakkenwasser zich ervan kan bedienen om zijn waar aan de man te brengen hier zomaar wordt geannexeerd. Dit stuit mij tegen de borst. De groep, waarvan de naam aan duistere praktijken tijdens de naziperiode refereert, werd geleid door de tragische figuur Patrick Nebel – ik vraag mij af wat hij ervan zou denken als hij zou hebben kunnen weten wat er nu met zijn lied gebeurt.
2. De reclamemakers van Lidl blinken tegenwoordig uit in arrogant cynisme. Pesterig cynisme. Want hoe kun je een reclameboodschap anders noemen die na een scherp repetitief geluid dat iedereen in de gordijnen jaagt zegt: ‘We weten dat dit irritant klinkt, maar het is best wel interessant. Want zo vestigen wij jullie aandacht op ons commercieel aanbod.’ Waarop dan een actie wordt toegelicht die kippenvlees aan 3,90 euro per kilo aanprijst. 3,90 euro per kilo. Wat blijft er na voeder, energie- en infrastructuurkosten, transport, verpakking, distributie enzovoort nog over voor de boer die die kip heeft ‘geproduceerd’? En welk leven heeft die kip geleid? Geleden?
3. De in mijn ogen ergerlijkste campagne loopt al vele maanden. Het is die van Bio-Planet, nota bene een warenhuisketen die teert op een imago van fairtrade, duurzaamheid, bio-kwaliteit en milieuvriendelijkheid. De slogan van deze warenhuisketen voor de gegoede milieubewuste middenklasse laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘There ís a Planet-B’ – met klemtoon op ‘is’. Iedere keer dat ik die slogan hoor, ben ik verwonderd over het feit dat er blijkbaar nog altijd weldenkende medeburgers zijn die zich nog níet – klemtoon op ‘niet’ – hebben voorgenomen daar nooit nog een stap binnen te zetten.
Neen, ik moet ze niet die reclame. Ik vind het een aantasting van mijn eerbaarheid dat ik er niet aan kan ontkomen en ik vind het onbegrijpelijk dat niemand er iets tegen onderneemt.