IN HET ECHT
Vorige week zag ik voor de eerste keer X. in het echt. Nochtans, ik had het gevoel dat ik hem al vrij goed kende en het duurde geen tien minuten vooraleer we in een goed gesprek verwikkeld waren. We spraken als vanzelfsprekend. Logisch, want de verwantschap die daartoe vereist is, hadden we al vele jaren ervaren.
X. en ik kennen elkaar van op Facebook. We zijn al zeker tien jaar, als het er geen vijftien zijn, zogenaamde ‘Facebookvrienden’. Ik heb het liever over ‘Facebookcontacten’ als het mensen zijn die ik nooit in werkelijkheid heb gezien, maar in het geval van X. vond ik die benaming, ‘vrienden’, nooit ongepast.
Ik had X. al van ver herkend toen ik op exact het afgesproken tijdstip de plaats van afspraak naderde. Hij droeg een hoed – wat mij niet verbaasde want zo zag ik hem vaak op de foto’s die hij van zichzelf op Facebook plaatst: met een hoed op. Ik had trouwens zelf ook een hoed op. We zwaaiden naar elkaar. Het ijs was al gebroken nog voor we elkaar de hand schudden.
‘Hé,’ zei X., ‘dat is waarschijnlijk de eerste keer in meer dan twee jaar dat ik iemand de hand schud.’ ‘Ik denk niet meer aan corona,’ bekende ik. ‘Het is uit mijn systeem. Ik heb het daar uit weggeduwd.’ We namen plaats aan een terrastafeltje in de schaduw. We legden onze hoed op de stoel naast ons en begonnen een gesprek dat pas twee uur later werd beëindigd. We hadden elkaar veel te vertellen, blijkbaar. Over gezondheid, over politiek, over sociale media, over boeken en muziek. Over het leven. Enfin, ik weet het eigenlijk niet meer zo goed waarover we het allemaal hadden maar eigenlijk is dat niet zo belangrijk.
Wanneer ik op Messenger onze uitwisselingengeschiedenis bekijk, zie ik dat we op 23 april 2013 een eerste keer geschreven contact hadden met elkaar. De idee om elkaar eens te ontmoeten is zeker al zeven jaar oud. Maar ja, hoe gaat dat? We wonen en leven op 90 kilometer van elkaar en er komt altijd wel iets tussen. Om een virtueel contact om te zetten naar iets ‘in het echt’, is echt wel wat volharding nodig. Alsof beide partijen schrik hebben dat het alleen maar op een teleurstelling kan uitdraaien. Dat het vlees en bloed niet zal beantwoorden aan de idee die werd gevormd op basis van teksten en foto’s.
Maar het kan dus wél zinvol zijn om de virtuele ontmoetingen om te zetten in een realiteit. Het is overigens niet de eerste keer dat ik een stap zet om iemand met wie ik op Facebook kennis heb gemaakt ook in de werkelijke wereld te ontmoeten. Dat leidde een paar keer tot een teleurstelling, een paar keer ook tot een zeer aangename en zinvolle ontmoeting. Het resultaat is gemengd, versneden. Zoals het leven zelf, eigenlijk.
Na een uur of twee gingen we uit elkaar. Ik weet niet of ik X. nog zal terugzien. Ik hoop het. We zien het wel. Maar deze ontmoeting heeft ‘in het echt’ plaatsgevonden. Ze vult al onze virtuele uitwisselingen aan, overkoepelt en begeleidt ze, maakt ze nog zinvoller dan ze op zich al waren.