MARGUERITE & CHANTAL
Mijn relatie met Chantal Akerman is niet eenduidig. Niet onverdeeld bewonderend. Niet van enig snobisme gespeend ook, moet ik toegeven. Ik heb trouwens lang niet al haar films gezien. News From Home en Les rendez-vous d’Anna vond ik erg mooi. Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles heb ik niet helemaal uitgekeken, maar niet omdat ik het niet goed vond. Er kwam iets tussen en dan was het van VRT NU verdwenen – dat kan ik nog inhalen. Hôtel Monterey was wel erg veeleisend minimalistisch. Je, tu, il, elle was me iets te ongenuanceerd feministisch. En dat zijn nog maar vijf van de tweeëntwintig langspeelfilms die Wikipedia opsomt.
Ik ben me ervan bewust dat het totaal naast de kwestie is, maar ik vind Chantal Akerman een aantrekkelijke, mooie vrouw. Ik was in de war toen ik Je, tu, il, elle zag. Ik had eerst niet door dat in de uitgesponnen lesbische seksscène een van beide vrouwen Akerman zelf was. (Haar tegenspeelster is de Waalse actrice Claire Wauthion.) De scène was toentertijd spraakmakend maar komt nu langdradig over, om niet te zeggen saai en gedateerd. Ik vind Je, tu, il, elle ongenuanceerd feministisch omdat aan die lesbische vrijpartij een gesprek tussen het hoofdpersonage (gespeeld door Akerman) en een vrachtwagenchauffeur voorafgaat, enfin, het is eigenlijk een monoloog van de vrachtwagenchauffeur, die het heeft over zijn scheefgelopen huwelijk en uitgedoofde seksleven. Tussen mannen en vrouwen wordt het nooit wat, is de eenvoudige boodschap die daarin doorklinkt.
Op YouTube vond ik een fragment van een interview met Chantal Akerman, opgenomen in 2009, ze was toen 59 en had nog zes jaar. Het fragment maakt indruk op me. Ik zie een zelfbewuste vrouw. Velen zullen zeggen een pretentieuze vrouw maar dat vind ik niet omdat ik zeer tolerant ben voor gezonde pretentie. Ik zie een mooie, expressieve vrouw en hoor graag haar diepe, doorrookte stem. Ze lijkt ziek, of toch minstens vermoeid, in elk geval niet helemaal fit. Ze vertelt onder meer over wat voor haar in Jeanne Dielman belangrijk is: het rituele karakter van de dagelijkse handelingen in een huishouden en hoe Jeanne Dielman met die geritualiseerde handelingen haar angsten uitbant. Akerman ziet er een vervanging in van de joodse rituelen, die samen met de tot zijn dood in het gezin waar zij opgroeide inwonende grootvader uit haar leven waren verdwenen. Akerman vond het ook belangrijk dat haar film vooral door vrouwen werd gemaakt. Ze vertelt hoe Jeanne Dielman in Cannes niet bepaald enthousiast werd ontvangen. Ze herinnert zich het lawaai van de opklappende zitjes telkens er iemand voor het einde van de film de zaal verliet. Ze herinnert zich dat ook Marguerite Duras, toen ook zij rechtstond, met veel misbaar liet weten: ‘Cette femme est folle.’ Ik veronderstel dat ze het over Akerman had, niet over Dielman. Deze openlijke afwijzing door een wereldberoemde schrijfster verhinderde niet dat de bijna drieënhalf uur durende en erg veeleisende film een groot succes werd en nu wordt beschouwd als een meesterwerk, en dat niet alleen van de feministische cinema.
De laatste halve minuut van het fragment vind ik bijzonder ontroerend. Akerman kijkt met trots maar ook met weemoed terug op haar vroege, misschien te vroege succes. ‘C’était agréable mais pénible.’ De glimlach waarmee het fragment eindigt vind ik aangrijpend mooi.