zondag 6 oktober 2013
los ingeslagen 122
9 augustus 2013
Hoeveel keer heb ik nu al de basiliek van Vézelay bezocht? Ik weet het niet precies, ik schat dat ik er al een keer of vier, misschien vijf of zelfs zes, was. Over een periode van vijfentwintig jaar want de eerste keer was tijdens mijn huwelijksreis in november 1988. Ik herinner mij vaag dat eerste bezoek, hoe overweldigend en bevreemdend dat was. Van toen is mij vooral de afwisseling van beige en roze stenen in de booggewelven bijgebleven. Minder duidelijk is de herinnering aan mijn eerste aanblik van de beelden op het timpaan en de kapitelen. Wel staat mij een idee van het heldere licht, de helderheid, voor de geest – maar daar weet ik al niet meer of dat een indruk is die een van mijn volgende bezoeken op mij heeft gemaakt.
Het kan maar één keer de eerste keer zijn. Ik kan geen onderscheid aanbrengen in de ervaringen die ik tijdens mijn volgende bezoeken opdeed. Ik las ook over Vézelay, die lectuur speelt ook mee. En een opname van Rostropovitch, die ’s nachts in de basiliek de cellosuites van Bach had opgenomen. Daaraan moet ik ook altijd denken als ik aan Vézelay denk. Maar bij die opnames, daar was ik uiteraard niet bij. Om maar te zeggen: Vézelay is voor mij niet alleen wat ik er zelf zag, maar ook wat ik er over las. En het is ook muziek.
Tijdens mijn laatste bezoek, een jaar of drie geleden, maakte ik er enkele foto’s. Een non leidt een groep rond en wijst naar het timpaan. Die foto vormt sindsdien ook mee het beeld dat ik van Vézelay heb.
En nu zijn we er dus ook geweest. We passeerden, op onze weg naar het zuiden, in Vézelay en konden het niet maken de basiliek niet te bezoeken. Dus: auto parkeren en te voet de heuvel op. Voordat we binnengaan, observeer ik de toeristen. Een heidens spektakel. Binnen: de absurditeit van het voortdurende gefotografeer – terwijl in de winkel naast de basiliek de allerbeste detailopnames aan relatief goedkope prijzen en mét uitleg te koop worden aangeboden. Opnieuw een gidsnon. Haar schrille stem vergezelt ons gedurende onze hele rondwandeling rond schip en koor. Dat is storend. Ik maak zelf ook een foto: van een vrouw die met haar gsm een foto maakt van het schip.
Al bij al is het – voor mij – een mat bezoek. De overweldiging van de kennismaking is onherhaalbaar. Om opnieuw iets te voelen moet je voortaan geïnspireerd zijn. En je moet ook veel wéten, denk ik, om zo’n kunstwerk blijvend te kunnen vatten. Dergelijke bezoeken vergen voorbereiding.