wolkenfragmenten
uit Paul Auster, Het boek der illusies
649
Ze geeft hem ongemerkt haar telefoonnummer en in de
slotscène klimmen ze samen in haar vliegtuig en stijgen op naar de wolken.
(36)
650
Het was de zoveelste plotselinge verandering: wolken
rolden aan, de temperatuur zakte tot dertien graden, de wind stak op. (87)
651
Nu waren we in de woestijn, liepen onder een wolkeloze
hemel, ademden de ijle, naar jeneverbes geurende lucht in. (209)
652
De camera kantelt een paar centimeter en we zien boven
in het kader een wolk langs het rotsblok drijven. (215)
653
Wolken drijven langs, de wind
ritselt door de bomen eronder, maar in wezen is er voor ons niets te zien
behalve die maan. (228)
654
Overal
mist, bijna onmogelijk te zien waar ik was. Misschien ook regen, maar druppels
zo fijn dat ze wel damp leken. Een gevoel alsof ik niet meer op de grond stond,
of ik door wolken liep. (248)
655
Wat lichtglimpen door het raam, een dun, nagloeiend wolkje
rekkend langs de horizon, resten avondschemer. (253)
656
Ergens boven het Midden-Westen kwamen we in wat
turbulentie terecht, ik at een beetje kip en dronk een glas wijn, ik keek uit
het raampje – maar er gebeurde niets. Witte wolken, zilveren vleugel,
blauwe lucht. Niets. (271)