I:438-451
Marcel herinnert zich het eerste diner dat de markies
de Norpois bij hem thuis aanzat: het was in de tijd dat hij nog met Gilberte op
de Champs-Elysées speelde, en hij herinnert zich de dag zeer goed want het was
de dag dat hij eindelijk de actrice Berma Phèdre
had zien vertolken. Marcel
realiseerde zich tijdens het diner ook voor het eerst heel duidelijk combien les sentiments éveillés en moi par
tout ce qui concernait Gilberte Swann et ses parents différaient de ceux que
cette même famille faisait éprouver à n’importe quelle autre personne (438:40-43).
Het is op aanraden van Norpois dat Marcels
vader, hoewel hij het tot dan toe altijd had geweigerd omdat hij het nutteloos
vond, Marcel toestond om naar de toneelvoorstelling te gaan. En er is nog un point bien plus important (439:31-32)
waarop Norpois ten gunste van Marcel ingrijpt. Marcels vader heeft Marcel
altijd voorbestemd voor een carrière als diplomaat – wat Marcel niet ziet
zitten omdat dan het gevaar bestaat dat hij als ambassadeur naar een hoofdstad
wordt gestuurd waar Gilberte niet zou wonen. Maar de markies kan Marcels vader ervan
overtuigen dat Marcel beter schrijver kan worden – ook al omdat hij niet zo
hoog oploopt met diplomaten afkomstig uit de nieuwe standen: je kunt, comme écrivain, s’attirer autant de
considération, exercer autant d’action et garder plus d’indépendance que dans
les ambassades (440:2-5).
Marcels vader ziet meteen mogelijkheden voor
zijn zoon. Hij suggereert hem een mooi stuk te schrijven, Norpois zal er dan
wel voor zorgen dat het geplaatst wordt in de Revue des Deux Mondes. Maar Marcel kan natuurlijk niet maar op
commando van één-twee-drie zo’n stuk schrijven. Hij troost zich met de gedachte
dat hij nu spoedig Berma zal zien, en niet in een tweederangsstuk maar in het
meesterwerk Phèdre. En zo hoort het
ook: als je hevig verlangt om een topkunstenaar aan het werk te zien, of een
meesterwerk te zien, dan moet dat in de best mogelijke omstandigheden gebeuren.
Bovendien kun je de prestaties van een acteur maar echt beoordelen in een stuk
dat je al kent omdat je enkel dan kunt zien wat de acteur aan het stuk
toevoegt. Er komt echter nog tegenwerking: de dokter waarschuwt ervoor dat
Marcel wel eens ziek zou kunnen worden van het bijwonen van het toneelstuk. Dat
lijkt Marcel onzin: zelfs al werd hij er ziek van, dan nog moet hij vast en
zeker naar het toneel kunnen gaan – het gaat hem er om kennis te kunnen nemen
van des vérités appartenant à un monde
plus réel que celui où je vivais (442:37-38), een wereld waarin zoiets
onbenulligs als ziekte of fysiek ongemak van nul en generlei tel is. Daarom
blijft hij aandringen bij zijn ouders. Maar wanneer hij dan uiteindelijk toch
de toestemming krijgt, begint hij opnieuw te twijfelen. Zal hij zijn ouders
geen verdriet doen? En zal hij, mocht hij dan toch ziek worden, zoals de dokter
voorspelt, wel op tijd genezen zijn om opnieuw naar de Champs-Elysées te kunnen
trekken om er Gilberte het hof te maken? De aanblik van een affiche voor de
uitvoering van Phèdre met Berma doet
Marcel uiteindelijk – door al zijn concreetheid – de knoop doorhakken: hij is
er klaar voor.
Hélas! Cette première matinée fut une grande
déception. (445:9-10) Toevallig valt de dag van de
matinee samen met de dag waarop Marcels vader commissie heeft en de markies de
Norpois uitnodigt om te komen eten – waardoor Françoise druk in de weer is met
een bijzonder gerecht en met de inkopen daarvoor; door dit alles lijkt de
gebeurtenis van Marcels matinee minder aandacht te zullen krijgen dan normaal
gezien zou kunnen worden verwacht.
Alles wat aan de verschijning van Berma op het
toneel voorafgaat – het wachten in het parkje voor het theater, het naar binnen
gaan, het voorstuk, de pauze, de driedubbele tik die de zaal moet doen
verstommen en de eerste scènes waarin Phèdre nog geen rol te spelen heeft –
lijkt nog niet op een desillusie te wijzen. Maar wanneer dan uiteindelijk Berma verschijnt,
ontgoochelt zij Marcel: tout mon plaisir
avait cessé; j’avais beau tendre vers la Berma mes yeux, mes oreilles, mon
esprit, pour ne pas laisser échapper une miette des raisons qu’elle me
donnerait de l’admirer, je ne parvenais pas à en receuillir une seule (449:1-5).
De gebeurtenissen op het toneel voltrekken zich voor
Marcel te snel: hij zou willen stilstaan bij een gebaar of een woord, maar het
is alweer voorbij. Hij vraagt zijn grootmoeder, die hem vergezelt, of hij haar
toneelkijker mag gebruiken maar ook dit instrument brengt geen soelaas; het
komt alleen maar als een bijkomend obstakel tussen de jonge waarnemer en de werkelijkheid
te staan.
Pas wanneer de andere toehoorders applaudisseren,
begint Marcel – toch een beetje conformistisch! – iets van appreciatie te
gevoelen. Het komt hem voor dat het publiek op een onverklaarbare manier op het
juiste moment juicht, en ook dat er
een oorzakelijk verband bestaat tussen zijn eigen hardnekkig applaudisseren en
het nóg beter spelen van Berma: au fur et
à mesure que j’applaudissais, il me semblait que la Berma avait mieux joué (450:42-43).
Uiteindelijk heeft Marcel van het spektakel toch nog zo genoten, dat hij
ternauwernood in staat is om cette vie de
théâtre qui pendant quelques heures avait été la mienne (451:13-14) achter
zich te laten – hij slaagt daar maar in doordat hij weet dat hem thuis de
commentaren van de markies de Norpois wachten, de man aan wie hij de toelating
om naar het theater te gaan te danken heeft.