Aan één muur hing een klein olieverfschilderijtje, een zonnig landschap, gespleten door een zwarte kloof. Op de bodem lagen schedels en beenderen en erover hing een gammele brug. Midden op de brug stond een klein meisje met een wit verschrikt gezichtje en rood haar dat woei in de wind. Ze dreigde neer te storten, maar een gouden engel tilde haar op en bood haar zijn hand.
Bruce Chatwin, In Patagonië, 72-73