vrijdag 11 november 2011

wolken 225-227

W.G. Sebald, Campo Santo


225
Zijn laatste verblijfplaats in Montreux, waar hij vanaf zijn loge op de bovenste verdieping van het Palace Hotel over elke aardse hindernis heen naar de wolken kon kijken en naar de boven de zee ondergaande zon, is voor hem vast de beste en dierbaarste behuizing geweest sinds Vyra, het domicilie van zijn kindertijd, zoals ook volgens een op 3 februari 1972 gedane mededeling van een bezoekster genaamd Simona Marini de kabelbaan en met name de stoeltjeslift zijn dierbaarste vervoermiddel was. (195)


(in de vertaling van Ria van Hengel (uit het Duitse origineel, dat mij hier niet ter beschikking staat) staat ‘de zee’, maar het gaat om de Genfer See ofte het Lac Léman, dat weliswaar groot genoeg is om, zeker als je er van oost naar west overheen kijkt (wat vanuit Montreux, dat aan de oostelijke oever ligt, heel goed mogelijk is), een zee te lijken maar dat dat niet is want het is minder, namelijk een meer))


226
In 1935 neemt deze vrouw, die tot op heden nog in de blauwe wateren van de Malediven rondsnorkelt naar ik mij heb laten vertellen, een film op hoog tussen de sneeuwwitte Beierse wolkenbergen. (212)


227
In het westen stond een wolkenwand die steeds donkerder werd, maar de lucht was nog zo stil dat niet de kleinste grashalm bewoog. (228)