Looking for Eric van Ken Loach heeft me niet gebracht wat ik ervan had verwacht op basis van de trailer die ik op televisie had gezien. Het gegeven is mooi: iedereen heeft zijn held nodig en je kunt je afvragen wie jouw held zou kunnen zijn, maar Loach’ film wordt bij momenten te zeer een verfilmd jeugdboek. Zeker bij de overval op de villa van de slechterikken waarbij Erics vrienden allemaal hetzelfde masker dragen en met een verfpistool schieten.
Loach brengt een optimistische kijk op vriendschap, maar ook een zwaarmoedige bedenking bij hoe moeilijk het is in falende gezinnen te overleven in een grootstedelijke omgeving waarin de jeugd ontspoort en er maar weinig toekomstkansen zijn voor iemand die één keer in zijn leven náást de lijntjes heeft gekleurd.
De kritiek op het moderne voetbal is zeer terecht en zal me bijblijven – de fans blijven trouw aan hun inmiddels tot een multinational uitgegroeide club (Manchester United) maar hebben zelf geen geld genoeg meer om de matchen bij te wonen. In de slaapkamer van Eric hangen naast de poster van Cantona ook foto’s van het verongelukte team, George Best, Bobby Charlton…
Wie overigens zou mijn held kunnen zijn? En een held is hier iemand die, als je diep zit, naast je op het bed komt zitten, een arm over je schouder legt en je wijze raad geeft en bemoedigend toespreekt.
Ik denk dat hij een akkoord zou aanslaan op zijn gitaar, zijn pijp uit zijn mond nemen en op het nachtkastje leggen en de eerste strofe zou aanvatten van La Jeanne.