maandag 13 april 2009

69 * 29,02 * 476

We vertrekken met zes wielervrienden van de zondagvoormiddag voor een mistige tocht in het segment van zes tot negen uur als je Brugge als de spil neemt van een denkbeeldige geografische wijzerplaat. Op de helling van Aartrijke – de 90 percent van de wereldbevolking die niet op een biljartlaken wonen zouden het niet eens als een helling herkenning – moet E al passen. Ik was bij hem gebleven en moet de vier anderen, die honderd meter vooruit rijden, de treurige tijding overbrengen: E heeft zijn kar gedraaid. Met vijf dus verder, door een wolk, langs Torhout, Kortemark, Ichtegem, Koekelare en all those places. Ik vermeld ze niet in de juiste volgorde, mijn kennis van de streek laat te wensen over. Ik zie enkel af en toe in de mist een gemeentebord opduiken maar heb ook ogenblikken dat ik absoluut niet meer weet waar wij ons bevinden. Handzame, Eernegem, Oudenburg… Daar kom ik weer op bekend terrein. De weg terug langs het kanaal is mij vertrouwd. Af en toe tijdens deze rit, die voor mij allervoorspoedigst verloopt want ik rijd niet in maar op een wolk, heb ik een gesprekje: met L over zijn reis naar Istanbul, met R over de psychologische toestand van de heer Leterme, met R over de leegstaande gebouwen van het bedrijf waarvoor hij werkt. Ik doe ook een deel van het kopwerk, voel me bijzonder goed. Het is de eerste keer dit jaar, en misschien wel in twee jaar, dat het fietsen me zo goed afgaat.