vrijdag 10 april 2009
49 * 26,29 * 370
P. laat het in laatste instantie afweten: hij heeft ‘het schot’ in de rug door tijdens het verzetten van een bloembak te moeten niezen. Mannen kunnen geen verschillende dingen tegelijk doen. Ik vertrek dus alleen richting Oudenburg. De hele tijd heb ik een strakke zijwind licht in het voordeel, dat belooft niet veel goeds voor de terugtocht. Ik zie een hele tijd een oudere man voor mij uit rijden en wanneer ik hem dan eindelijk heb bijgehaald, zet ik hem nog een kilometer of zes uit de wind. Tot een conversatie komt het niet – ik verneem enkel dat hij uit Loppem is vertrokken en straks via Torhout opnieuw huiswaarts keert. Ik besluit, gezien de windrichting, ook iets dergelijks als parcours te kiezen, zeg dat aan de man (zodat hij, als hij dat wenst, in mijn wiel kan blijven zitten). Toch blijkt hij voorbij het sas van Zandvoorde zonder boe of ba te zijn verdwenen. Ik zet mijn tocht dus alleen voort. Opvallend tijdens deze rit zijn de kleurige duo’s, trio’s of kwartetten: ik zie drie renners in het zwart, twee in het roze, vier in het turkoois, nog eens drie in het rood en twee in het geelgroen… Oudenburg. Twee kilometer recht tegen de wind in naar Westkerke, vier kilometer idem tot in Eernegem. Ik zie een bord met reclame voor een ‘anti-bob-fuif’, een beetje verder een voor een zwaailichtfuif. Dan gaat het op Zedelgem af en vervolgens naar Aartrijke. Hoe meer ik de steven opnieuw naar het noorden wend, hoe meer de wind goed zit. Door het Tillegembos en langs het Olympiastadion en de gevangenis huiswaarts. Laatste gedachten, aan de plek gebonden: dat ik maar beter Cerclesupporter wordt als het Clubbestuur inderdaad in Loppem de verstrengeling van sport en commercie gaat consacreren, en hoe het zou zijn met J, die hier woont.