090414 en 090423 – Twee korte historische programma’s na elkaar. Allebei een halfuur, allebei gepresenteerd door een BV van de vrouwelijke kunne. In De film van mijn leven trekt Lieve Blancquaert met Patrick Jean, die er zelf vijftien jaar geleden in de voetsporen van Henri Storck een film maakte, naar de Borinage. Ze zoekt er enkele plaatsen en mensen op die in de film van Jean te zien zijn en maakt enkele foto’s. Want ja, ze is fotografe en fotografie, daar maken ze vandaag graag televisie mee. In Verloren land graaft Chantal Pattyn naar het oorlogsverleden van haar grootvader, een verzetsheld van de Eerste Wereldoorlog.
Beide programma’s zijn vederlicht. De historische relevantie is minimaal. De film van mijn leven heeft de verdienste dat het nog eens herinnert aan een meesterwerk van Storck, Verloren land heeft alles bij elkaar weinig te vertellen over de spionage-activiteiten van enkele West-Vlaamse boeren en de hoogspanningsdraad die het bezette België van het neutrale Nederland scheidde. Wat mij vooral stoorde is dat in beide programma’s de twee dames als het ware vóór hun onderwerp staan. Blanquaert showt haar rode laarsjes in de grauwe Borinage – rood op anthracietgrijs komt goed uit – en Pattyn maakt voor een nerveus zwalpende camera een zelfingenomen indruk. Interessante onderwerpen, zeker en vast, maar het is treurig dat we blijkbaar een bekende figuur (en een flatterende esthetiek) nodig hebben om er nog bij te geraken.