zaterdag 4 oktober 2008
Het bestáát (35)
De dj weet perfect welk volk hij in zijn winkel heeft (wij zijn de enige klanten) en tovert een vrolijke mix – hoera voor het cliché – van Franse schlagers en jaren-zeventig-radiohitjes uit zijn draaitafel. L’Opportuniste van Dutronc; Sugar me van Lindsay de Paul (door mij van bij de eerste noten herkend, wat bij de omstanders bewonderende kreetjes ontlokt, wat mijn ijdelheid streelt, waar ik dan nu weer om moet lachen); de gefakete mei ’68-memoires van, neenee, niet Donovan maar Peter Sarstedt (wij zitten alweer, 35 jaar na dato, met onze cassetterecordertjes in de aanslag). En dan dansen we met van die profielpasjes (ene hand op borsthoogte en in een hoek van negentig graden gebogen vooruit, de andere hand als een beverstaart achter ons achterste) de fantastische Egyptian Reggae van Jonathan Richman & The Modern Lovers [zeker eens gaan kijken op YouTube!], wat dan weer goed aansluit op Desmond Dekkers The Israelites, of we lopen rap ter plaatse door de gelagzaal van café Parrazzar om vervolgens klapwiekend als een arend de hoogte in te gaan (run to fast, fly to high (Janis Ian))… Enfin, ’t is een en al lol en S, gul als steeds, snijdt een stuk van de dure Italiaanse saucisson die ze eerder op de avond heeft gekocht af ter attentie van de uitbaters, waarop ik dan weer luchtgitaar speel tijdens die fantastische – oewappap – solo van Hotel California. En als wij met ons vijven de laatste sigaretten erdoor hebben gejaagd, en de laatste voorlaatste pint, en als de bazin al de gordijnen heeft dichtgetrokken en begonnen is met de stoelen op tafel te zetten, en als J met gezien de omstandigheden onwaarschijnlijk vaste hand een geslaagde karikatuur in het gastenboek heeft neergezet – dan nog zingen we mee met Gilbert Bécaud: la Place Rouge était vide, Na-tha-lie!… Een van ons begint met traag handgeklap en de anderen vallen in en het gaat almaar sneller en op de duur, naarmate het ritme Russischer wordt, gaat het zelfs van kassatjok! En we hebben nog een keer het gevoel dat we léven zoals we vroeger dat gevoel konden hebben! Als we dan eindelijk, om half vier, buiten op de lege Torhoutse Steenweg ons fietsslot staan los te wrikken, blijkt het Canadaplein inderdaad leeg en Nathalie is ver weg, en Gilbert ook, maar onze harten zijn verzoend en vol vriendschap.