Op de begraafplaats
De drie windmolens en wat ik daarbij schreef
De drie windmolens aan de andere kant van de plas
‘De zon is voor even achter een wolk verdwenen’
En ik zit hier te wachten tot zij op de molens valt
Dat stond op die zerk te lezen: zon, even, verdwenen
En ik zit hier te wachten tot het op de molens valt
Het licht, dat mij licht vergeten doet dat daar, ginds,
Onder die steen, iemands geliefde, voor altijd…
De drie windmolens aan de overzijde van de plas
Draaien en malen en draaien en ik wacht tot zij
Die voor even, niet voor altijd onder een zerk,
Achter een wolk is verdwenen, voor mij haar licht
Op die molens… Ja wat? Tovert? Laat vallen? Schijnen?
Scheen. Schreef. Schreefloze letters op een steen. Het
Maalt, draait, maalt. Nog zit ik op deze oever en kijk naar
De drie witte windmolens. Denkend aan wat dat graf me gaf.