080913 – Het was me het dagje van de taalspelletjes en de versprekingen wel! Een hond die in zee zwemt was een zeehond – kwam die dan uit het water, dan werd hij een landhond. Wat verderop liep er in het landschap een schaap: een landschaap. Een hond die je kon dragen, had een hondvat. En L. had het op een gegeven ogenblik over een reis naar Honoluli. (Daar kon je niet naartoe met een design plooivelootje.) Nog een geluk dat hij niet Honolula had gezegd, zei hij zelf toen het lachsalvo min of meer was overgewaaid.
Het landschaap in kwestie.