Van Apollo tot Zapatta
Monique vertelt over het kasteel Ten Poele, dat daar de familie Rapaert de Gras woonde. ‘De kinderloze barones adopteerde drie dochters. Een van de schoonzonen heeft het familiebezit door de molen gedraaid. Er werd een stuk van het domein verkocht. Daar staat nu het hotel. Het had eerst een andere naam, maar nu heet het “Apollo”. Ik kom hier elke dag drie keer wandelen met Zapatta. Hij komt van het asiel. Ik heb hem nog maar een maand of vier. Hij heette daar “Havana”, maar dat hoorde ik niet graag. Hij luistert goed naar zijn nieuwe naam, hé Zapatta? Er komen niet zo veel kinderen spelen op het speelplein. Ja, in de vakantie – en dan nog. Daar vooraan op de folly, daar zitten vaak jongeren. Ze gooien met stenen en lege blikjes naar de voorbijgangers. Prettig is anders. Mijnheer D. komt dan met vuilniszakken de boel opruimen. De stadswachters, die hier af en toe eens in het park komen kijken, zijn vooral geïnteresseerd in of ik wel plastic zakjes bij heb voor Zapatta. Een paar nachten geleden heeft hij een gordijn stukgebeten. Van onze loggia aan de voorkant. Pas later hoorde ik dat er die nacht drie inbraken waren geweest in de buurt. Ik heb hier een tijd geleden een heel lang gesprek gehad met een Canadese vrouw die in het hotel logeerde. Ze kwam ook in het park wandelen en zo geraakten wij aan de praat. We hadden het over onze hobby’s. Bleek dat zij, net zoals ik, graag borduurde! We hebben hier drie keer de hele ronde van het park gedaan! Zapatta is een kruising tussen een labrador en een herdershond. Jonge mensen praten zo niet. Neen, als ik al een praatje kan slaan, dan met een oudere mens.’