080902 – ‘Er gaapt een kloof tussen begrijpen en ervaren.’ Dat schrijft Stefan Hertmans in zijn fenomenale, tien jaar geleden verschenen essaybundel Steden, die ik nu herlees. (Ik was met dat herlezen begonnen omdat ik in de vorige Paasvakantie voor het eerst naar Venetië ging (met 46½ jaar: niks te vroeg) en ik mij meende te herinneren dat Hertmans het ook over die stad had. Maar wat hij over Tübingen schreef, waar we passeerden op weg naar het Brugge van het Zuiden, sprak mij meer aan. ‘Door die bedrukkende zuiverheid is er geen kans meer om te vluchten in een of andere vorm van ironie, je moet stelling nemen: óf ondergaan in de vriendelijkheid van het vergeten, het tot in de dementie toe dagelijks vijftig keer Grüssgot roepen, ganz schön ja […]. Of je moet een zonderling worden, vechten om het evenwicht in jezelf te vrijwaren tegen deze moordende veiligheid, om het hoofd boven water te houden en weerstand te bieden aan het in-zieke van deze zuivere Duitse wereld […].’)
Er gaapt een kloof tussen begrijpen en ervaren – het is een beetje een paradox: schrijven over steden en tegelijk zeggen dat je er eigenlijk moet geweest zijn en het aan den lijve moet hebben ondervonden, om het écht te kunnen begrijpen. Maar het is een eerlijke houding – en het siert Hertmans dat hij vanuit dit zwaktebod er toch in slaagt om niet alleen over steden waar ik, als zijn lezer, al ben geweest zaken te schrijven die ik herken (in het essay over Marseille bijvoorbeeld), maar ook om dusdanig te schrijven dat hij mij ook in essays over steden waar ik nog niet ben geweest en misschien/wellicht/zeer waarschijnlijk nooit zal komen (Wenen, Triëst, Sydney en nog andere) ráákt, gewoon omdat hij, via het schrijven over die steden iets overbrengt dat de condition humaine betreft – en dat daarom ook wie thuis in zijn zetel blijft zitten en, lezendeweg, in zijn kamer reist, aanbelangt. Begrijpen en ervaren, het is een subtiel onderscheid.