070913 – Ik had Bowling for Columbine al gezien maar Fahrenheit 9/11 nog niet en daarom vreesde ik dat Michael Moore zich ook in dat cinemapamflet zou bezondigen aan een al te zeer voor de hand liggend retorisch geweld. Aan de montagetafel kun je o zo makkelijk mensen dingen doen zeggen die ze niet hebben bedoeld en misschien zelfs niet eens hebben gezegd. Het viel mee. Slechts een paar passages waren erover. Bijvoorbeeld de van offscreencommentaar voorziene beelden van Bush in dat kleuterschooltje, op het ogenblik dat duizend kilometer verder de vliegtuigen zich in de torens ‘boren’ – het is voorwaar een staande uitdrukking geworden –: wat was dat gemakkelijk om dubbel joe domheid en ontreddering aan te smeren.
Op z’n geheel genomen vind ik Fahrenheit 9/11 een krachtig statement. Puik van de ‘staatszender’ VRT dat hij de film op het programma zet: ik kan me inbeelden dat de Amerikaanse ambassade hier te lande daar niet zo gelukkig mee is. Ik onthoud een paar dingen. Het zakengespuis dat onomwonden de essentie van het kapitalisme samenvat: ‘Good for the business, not for the people’. De quote, van Chomsky als ik mij goed herinner, dat oorlog (in casu die willekeurig ontketende in Irak) nooit wordt gevoerd tegen een externe vijand maar altijd tegen het eigen volk, om de bestaande structuren die de macht goed uitkomen te bestendigen en zo mogelijk te verstevigen. Of het op videogames geënte filmpje waarmee het Amerikaanse leger op de parkings van shoppingmalls vers kanonnenvlees probeert te rekruteren, en dat dat rekruteren vooral succesvol blijkt in economisch achtergestelde gebieden. Of dat één (1) congreslid een zoon had die in Irak vocht (vecht), en dat was (is) vér onder het nationale gemiddelde. Of het kalf, maar dan wel het invloedrijke kalf, Spears dat herr President steunt – zonder allicht te weten in welk werelddeel Irak gelegen is. Of Bush zelf die, op een rotaryachtige bijeenkomst, stelt dat er voor hem twee elites zijn: de rijken en de superrijken, maar dat zij, de genodigden, die zich zichtbaar door deze opdeling aangesproken voelen, voor hem de basis vormen voor zijn cynische exploten. Applaus!