woensdag 12 november 2025

LVO 309

fragment uit Het maaiveld


Op de speelplaats werd er geknikkerd en gebikkeld, enkel na de paasvakantie, wanneer het weer het toeliet. Of we speelden krik-krak: een achternazitspelletje waarbij je koppels en daarna trio’s vormde met de aangetikten. Een trio dat een viertal werd, werd gesplitst. Winnaar van het spel was diegene die als laatste het aangetikt worden door de aldus gevormde clusters wist te ontlopen.

Of denk ook aan het uitwisselen van prentjes van coureurs of voetballers. Je kocht in de IFA aan de overkant van de straat de prentjes per vijf in een zakje (zodat je nooit wist wát je kocht), waardoor je op den duur onvermijdelijk ‘dubbele’ had. Die kon je dan omruilen op de speelplaats. In de losjes in de hand vastgehouden stapeltjes werden de prentjes een voor een afgegaan, en daarbij klonk als een litanie: kennem-kennem-kennem (‘ik heb hem’). Wij noemden die prentjes zandjes en beseften niet dat dit dialectwoord was afgeleid van santjes, de heiligenprentjes die in bedevaartsoorden werden verzameld en vervolgens in een missaal als bladwijzer gebruikt.

Voetballen deden we ook, op de speelplaats tijdens de middagpauze of op de stoffige voetbalweide naast de speelplaats. Ik stond in het doel en zie nog altijd hoe die hele meute, ploeggenoten én tegenstanders, als een kudde losgelaten buffels totaal ongeorganiseerd achter de bal aan hoste en hoe het enige wat in die actie ontstond een grote stofwolk was. Ik stopte overigens ooit eens een penalty, maar ik vermoed dat Dany Vermeersch die niet al te best had getrapt – toch nam ik de felicitaties in dank aan want ik vond dat ik die wel verdiend had.