dinsdag 7 oktober 2025

notitie 491

POLARISATIE

Onoverkomelijke onenigheid is tegenwoordig een niet te negeren element in onze sociale realiteit. Omdat ik vind dat mijn kennis van het probleem ontoereikend is, ga ik discussies over de door Israël uitgevoerde genocide in Gaza uit de weg. Toch ben ik al een paar keer geconfronteerd met een dergelijke situatie. Het gaat dan onder meer over het feit of ik die genocide wel een genocide mag noemen, zoals ik hierboven deed. Een keer kreeg ik zelfs te maken met een persoon die vond dat de term niet van toepassing was omdat er, volgens zijn bronnen, sinds het begin van het conflict – we noemen het een conflict omdat het geen oorlog is – meer Gazanen geboren waren dan er waren gedood. Dat was even slikken.

Ik weet ondertussen ook wel dat mensen die zo overtuigd zijn van hun gelijk dat ze dergelijke abjecte argumenten gebruiken nooit door mijn toedoen hun standpunt zullen herzien. In de discussie met die persoon bleef het bij dat ene argument want voor mij eindigde het gesprek daar. Ik verbrak meteen elk contact.

Dat is echter nog geen polarisatie. Het was gewoon een onoverbrugbaar meningsverschil en onze relatie bestond uit niets anders dan dat. Polarisatie is een dynamisch begrip.

Polarisatie doet zich voor als je van mening verschilt met iemand met wie je voor de rest wel nog door één deur kunt en wilt blijven kunnen. Een gezins- of familielid bijvoorbeeld. Iemand die je in een bepaalde context regelmatig ziet en ten aanzien van wie je je niet kunt permitteren om alle banden te verbreken wegens dat ene meningsverschil. Meestal hebben beide meninghebbers onvoldoende kennis van zaken om met elkaar een redelijk debat aan te gaan. Voor allebei geldt dat hun overtuigingen worden gevormd met informatie die ze in hun eigen bubbelkanalen betrekken, overtuigingen die voortdurend worden bevestigd en versterkt door hun bubbelgenoten.

Ik ben zo iemand. Ik ben ervan overtuigd dat Israël in Gaza een genocide pleegt, ik kan het onnoemelijke leed dat daar tienduizenden wordt aangedaan niet langer aanzien (wat bij mij gelukkig geen aanleiding geeft tot slechte poëzie), ik voel me onmachtig. Ik vermijd discussies omdat ik van oordeel ben dat mijn kennis ontoereikend is. Maar ik spreek me toch uit want ik voel me, mij beroepend op wat ik dan maar mijn menselijkheid zal noemen, verplicht om niet langer stilzwijgend te blijven en om boos te reageren op wie argumenten uitspeelt die in mijn ogen onduldbaar zijn.

Dit plichtsbesef deel ik met de vele honderdduizenden die in heel Europa en Amerika de straat opgaan in pro-Palestijnse optochten.

Polarisatie is een proces. Het is geen patstelling met twee mensen die met diametraal tegenovergestelde, onverzoenbare meningen tegenover elkaar staan. Het is een uit-elkaar-gespeeld-worden. Het is de kerstdis waaraan bepaalde onderwerpen worden vermeden ‘omdat er toch alleen maar ruzie van komt’. Je deelt met de persoon die er toevallig over dat ene onderwerp een andere mening op nahoudt toch nog altijd heel wat andere overtuigingen, bijvoorbeeld de overtuiging dat het belangrijk is om een breuk te vermijden, maar je voelt hoe dat ene meningsverschil jullie hele relatie doet wankelen. Dan komt het eropaan het hoofd koel te houden en de discussie te parkeren. Je moet niet proberen de ander te overtuigen want dat lukt toch niet.

Gisteren kwam ons leesclubje samen over het boek Ochtend in Jenin van Susan Abulhawa. Een barslecht boek, in elk geval in literair opzicht, maar daar gaat het niet over en eigenlijk hebben we het een hele bijeenkomst lang nauwelijks over dat boek gehad. (Ochtend in Jenin, geschreven in 2007, gaat over de Palestijnse kwestie.) Wat er wel was, en dat had ik niet zien aankomen, was dat een van de leesclubleden een uitgesproken pro-Israëlstandpunt had en zich verweerde tegen de pro-Palestijnse houding van de anderen – die daarmee overigens in lijn bleven met de strekking van het boek. De polarisatie trad hier in volle werking. Waar we tijdens alle vorige bijeenkomsten telkens gezellig met elkaar hadden zitten keuvelen en enkel over de esthetische kwaliteiten van de door ons gelezen romans lichte meningsverschillen hadden gehad, barstte nu in alle heftigheid een discussie los waarbij iedereen de kerk in het midden probeerde te houden maar sommigen er niettemin niet in slaagden hun kwaadheid om de lieve vrede te neutraliseren. Bijna liep het uit de hand.

Zover is het dus gekomen. Dit was polarisatie in werking. Tot iemand zei: ‘Dit is maar één aspect waar we niet tot overeenstemming kunnen komen. Er zijn zoveel andere zaken die ons clubje kunnen samenhouden. Laten we ons tot die zaken beperken en deze discussie over Gaza opschorten. Het voortbestaan van ons clubje is belangrijker. We mogen ons niet uit elkaar laten spelen.’

Dat lukte. We gingen in vrede uit elkaar en zien elkaar volgende maand terug. Maar ik houd hier toch een bittere nasmaak aan over. Ik voel me schuldig over de pragmatische houding die we aan den dag hebben gelegd. Sommige zaken – zoals racisme, negationisme, genocide – verdragen geen ‘lieve vrede’. Ik vraag me af of het niet gemakzuchtig is om daar niet tegen in te gaan.