zondag 29 januari 2023

gisteren 28

230128

Honderden stoffige Franse pockets die, als ze niet worden gered, de papierversnipperaar niet zullen ontlopen. Het verzameld werk van Honoré de Balzac en ettelijke jaargangen van het jaarboek L’Année balzacienne. De sporen op het behangselpapier van de lijsten die decennia aan de wanden hebben gehangen. Eikenhouten meubilair, kloeker dan een mens maar geen mens maalt er nog om. Tientallen balpennen. Beddengoed. De opruiming van een huis, het wegzetten van een verleden. ‘Ze is 93 geworden en heeft hier tot het einde gewoond,’ zegt de schoonzoon. ‘Maar dan ging het opeens snel. In nog geen drie maanden was ze wég.’ 

 

[Jules Destrée] belijdt zijn Waals nationalisme en tegelijk richt hij zijn pijlen op degenen die niet aan hun vaderland gehecht zijn of geen liefde koesteren voor hun geboortegrond of die eigenlijk geen vaderland hebben. Volgens hem behoren de bezitters van grote fortuinen, de “ontwortelde kosmopolieten” die op de bovenste trap van de sociale ladder staan, tot degenen voor wie het vaderland een loos begrip is. Destrée houdt niet van mensen die zich nergens echt thuis voelen of zich overal thuis voelen.

 Jean-Philippe Schreiber, ’Jules Destrée: tussen separatisme en nationalisme’, in: Anne Morelli (red.), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië (1996), vertaling door Ann De Laet en Johan De Roey van Les grands Mythes de l’histoire de Belgique, de Flandre et de Wallonie (1995)