maandag 23 januari 2023

Amélie van Elmbt en Maya Duverdier, Dreaming Walls

notitie 348

ALS MUREN KONDEN SPREKEN

Het Chelsea Hotel was een hotspot van de cultuur van de jaren zestig en zeventig, ergens waar je heen moet als je iets van de sfeer van die tijd wil opsnuiven. Voor zover die aan een specifieke plaats is gebonden want uiteraard is dat tijdvak veel meer dan aan concrete plaatsen in muziek, beeldende kunst en cultuur in het algemeen neergeslagen, en in de vintage design die je nu in hippe boetieks kunt aantreffen. Van hippie naar hip. Hoofdkleuren: oranje en bruin.

In het kloeke en ook fraaie gebouw uit de jaren tachtig van de negentiende eeuw, gelegen aan West 23rd Street, tussen de zevende en achtste avenue in Manhattan, zochten heel wat coryfeeën van de tegencultuur (en later) een tijdelijk dan wel iets definitiever onderkomen: Janis Joplin, Leonard Cohen, Robert Mapplethorpe en Patti Smith, Andy Warhol, Bob Dylan, Mariah Carey, Sid Vicious, Madonna, Iggy Pop enzovoort. Eerder waren daar ook al grootheden als Marilyn Monroe, Dylan Thomas en Mark Twain neergestreken. Maar ook heel wat andere kunstenaars uit de meest uiteenlopende disciplines. De meesten, voor zover ze al niet dood zijn en in het slechtste geval dood én vergeten, hebben al geruime tijd andere oorden opgezocht. Maar enkelen verzetten zich met hand en tand tegen de nu al tien jaar durende ingrijpende renovatie door projectontwikkelaars die – het zouden geen projectontwikkelaars zijn – het toeristische potentieel van deze iconische plek te gelde willen maken.

De Belgische documentairemakers Amélie van Elmbt en Maya Duverdier, bijgestaan door Martin Scorsese, brengen met *Dreaming Walls* een bijzonder portret van dit iconische gebouw. Zij hebben geen historisch overzicht willen maken van wie hier allemaal de revue zijn gepasseerd, neen, zij focussen op het gebouw, in de deplorabele toestand waarin het tijdens de renovatie een viertal jaar geleden verkeerde, en op enkele hoogbejaarde blijvers wier namen minder weerklank genieten maar die daarom niet minder menselijk zijn en tot de verbeelding spreken. *Dreaming Walls* is dus geen film over de jaren zestig en ook geen aanklacht tegen het kapitalisme en de gentrificatie, die geen respect hebben voor de genius loci, maar wel een genereus portret van enkele zeer oude mensen die proberen voort te leven op de bohemienachtige manier die zij gewoon zijn, maar dan wel in een volop veranderende context waarvan het duidelijk is dat deze voor hun soort mensen geen plaats meer zal vrijwaren. Kort gezegd: de ontwikkelaars wachten tot die laatste koppigaards de pijp aan Maarten hebben gegeven om de boel helemaal aan het snobtoerisme uit te leveren. Uit de aftiteling kon ik opmaken dat (minstens) twee van de Chelsea-huurders die aan bod kwamen inmiddels al zijn overleden.

Een van hen was de fotografe Bettina Grossman. Op een still zien we haar over de balustrade van haar balkon naar beneden kijken, zoals ze dat zoveel jaren geleden ook deed om de voetgangers op het trottoir te fotograferen, vergezeld van hun lange schaduwen. Wat gebeurt er met de foto’s die zij in de film toont, wat gebeurt er met haar nalatenschap?

Een andere indrukwekkende dame was Merle Lister. Ze neemt de camera strompelend achter haar rollator maar ook dansend mee door de werf die het hotel tijdens de opnames was. Een gesprekje met een van de arbeiders over de geesten die hier rondwaren is aangrijpend. Van Elmbt en Duverdier gebruikten ook historische opnamen waarop te zien is hoe een veel jongere versie van deze choreografe – te herkennen aan haar kleine gestalte en imposante haakneus – een dansperformance verricht in het imposante trappenhuis van het hotel.

Deze twee figuren zullen mij nog een tijdje bijblijven. Tot ze ook in mijn geest vervagen tot schimmen van zichzelf.

 




 

 

Amélie van Elmbt en Maya Duverdier, *Dreaming Walls* (2022)