zaterdag 21 maart 2020

vorig jaar 118


190321
(…) * Ik begrijp niet wat er zo goed wordt gevonden aan De vlucht van Jesus Carrasco. Het lijkt mij een catalogus van mogelijke wreedheden, een aaneenschakeling van feitelijkheden. Droogte, hitte, angst, verwondingen, bloed en brand… Een louter relaas, zonder expliciete diepgang. Een relaas waarvan? Van een vlucht in een apocalyptisch uitgedroogd landschap, waardoor het boek uiteraard automatisch kan worden vergeleken met De weg van ***. Een vlucht waarvoor? De voorgeschiedenis wordt impliciet gelaten maar blijft daardoor onderbelicht. Wél goed is dat je na onderbreking je lectuur meteen kunt hervatten: de beschrijvingen zijn met groot contrast, zwart op wit, gemaakt; je bevindt je in een felwit landschap – zoals ook de vormgeving van het boek, niet toevallig, felwit is – waarin je onmiddellijk je weg terugvindt: het aantal bouwstenen in deze uitgedroogde woestenij is beperkt, alles heeft zijn plaats, de handelingen verlopen eenduidig, chronologisch, ongecompliceerd. Maar de roman raakt me niet. De beschreven erge dingen glijden langs me af als waterdruppels op een eend. Op geen enkel moment voel ik compassie, betrokkenheid. Dat ligt allicht voor een groot deel aan mij, maar toch kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat Carrasco zijn personages te karikaturaal, te eendimensionaal neerzet om ze werkelijk menselijk te laten zijn. Hij geeft ze ook nooit een naam, wellicht met de bedoeling zijn verhaal exemplarisch en universeel te laten zijn. Een uitzondering maak ik voor de oude herder. Hij heeft een iets ingewikkeldere persoonlijkheid: laat zich moeilijk benaderen, blijkt een soort devotie te hebben, beseft dat hij van het kind afhankelijk wordt en eigent het zich daarom toe, blijkt dan toch ook over de nodige wreedheid te beschikken om te overleven, maar is daarom niet minder een soort van heilige. * Samen met S. op de trein. Haar Spinoza-boek komt spoedig uit. Het duurt altijd veel langer dan je het hebt gepland. Ze vindt het lastig om te schrijven, het is geen onverdeelde lust. Ik heb het over mijn schrijven, de blog. Dat ik al schrijvende altijd tot ongeplande inzichten kom. De blog is een archief, maar ook een doorgeefluik. Het didactisch instinct, de voldoening iets door te geven. Privacy en onvermijdelijke fictionalisering. Het particuliere en het universele. De Frankrijkreis en de ziekenhuiservaring. Het kan plots gedaan zijn en wat laat je dan achter. Haar man is 71, heeft vorig jaar een openhartoperatie ondergaan. Zag het somber in maar kijk, nu maakt hij alweer reizen met zijn fiets. Ik vertel over mijn plan om naar Tsjechië te fietsen. Daar was zij dertig jaar geleden, vertelt ze. Ze maakte er de ommekeer mee vanop de eerste rij. Het zal er nu wel allemaal veel veranderd zijn. *