donderdag 26 september 2019

LVO 15


LVO 14

Franz is nog voordat wij uit de voor het huis in het knerpende grind geparkeerde wagen zijn gestapt aan het raam komen kijken. ‘Wie zou dat zijn?’, je ziet het hem denken. Dan verdwijnt hij uit beeld. Even later gaat de voordeur open. Ik haast me naar hem toe om hem zo snel mogelijk gerust te stellen en spreek, met afgewogen aplomb en uiteraard in het Frans: ‘U bent Franz Cornet, ik ben Pascal Cornet.’ Alsof we elkaar midden in de jungle tegen het lijf gelopen zijn. Hij weet meteen wie ik ben, is blij verrast en laat ons binnen. Ik stel Sarah aan Franz voor, en Franz aan Sarah. Neen, zij is niet de moeder van mijn kinderen. Wel van de hare.

De woning is inderdaad splinternieuw. Spik en span. Franz heeft nog maar een paar jaar geleden gebouwd – faut le faire voor een zeventigjarige. De onverwachte dood van zijn vrouw in 2003 heeft hem erg aangegrepen. Franz begint er meteen over, hij heeft er geen vraag voor nodig. Hij was na haar overlijden enkele jaren alleen, dat was een moeilijke tijd. Ik denk aan de verse chrysanten op het dubbele graf op het kerkhof van Seloignes. En aan de nog niet ingevulde sterfdatum. ‘Maar,’ zegt Franz, ‘ik heb geluk gehad.’ Enkele jaren geleden ontmoette hij Renée. Zij was al vijfenveertig jaar weduwe. Nu is zij de vrouw voor wie Franz graag nog zo lang mogelijk wil leven. Die ontmoeting heeft hem erbovenop geholpen. Tegen samenwonen maakten haar kinderen bezwaar, zegt Franz – ik stel daarover geen vragen. Daarom besliste Franz om zijn huis in Seloignes te verlaten en hier, in Momignies, in de straat waar Renée woont, een nieuwe woning te bouwen. En nu hebben ze dus een latrelatie. Ze koken elk om beurt een week voor elkaar. Nadere details over de praktische schikkingen geeft Franz niet en ik zwijg discreet.

In de inrichting van Franz’ nieuwe huis mis ik een vrouwenhand. De hal, woonkamer en keuken (die laatste twee in één ruimte) maken een kille, uitermate pragmatische indruk. Geen tapijten, geen versieringen, geen planten. Het centrale meubelstuk is de massief houten eettafel waaraan wij hebben plaatsgenomen en die, uiteraard, wordt beschermd door middel van een toile cirée. De televisie staat in de hoek, een salon met zitmeubelen ontbreekt. De keuken is heel erg basic. Het witte behangselpapier is opgeleukt met een knullig motief, een molentje of zoiets – ik herinner het mij al niet meer.

Op de tafel ligt Franz’ materiaal uitgespreid – hij was er toevallig net mee bezig. Of misschien is hij er altijd mee bezig, dat wordt me niet duidelijk. Mappen met documenten, kopieën van oude klasfoto’s met daarop nauwelijks te onderscheiden kinderkopjes. De meeste van die mensen zijn nu al dood. Franz werkt aan een geschiedenis van Momignies en Seloignes. Dat doet hij samen met enkele andere amateur-geschiedkundigen. Ze komen regelmatig samen om de resultaten van hun onderzoekingen in het gemeentearchief te evalueren en de volgende stappen te plannen. Franz gaat op in dit werk. Hij toont een werkje over de begraafplaats in Seloignes die we net bezochten. Opmerkelijke zerken, aldaar begraven notabelen, weetjes. Op de cover zie ik een prijslabel: 8 euro. In de hal, straks bij het afscheidnemen, zal ik een paar uitgestalde exemplaren zien. Ik vraag me af hoeveel gegadigden er hiervoor zijn.

We praten over hoe lang het geleden is, wie van de familie er de jongste jaren nog langsgekomen is, de aflijvigen. En dan haalt Franz zijn map boven met alles wat hij heeft verzameld over de familie Cornet.



(wordt vervolgd) 
Lees hier LVO vanaf het begin