vrijdag 14 juni 2019

wolken 3367-3375


wolkenfragmenten uit Leen Huet, Eenoog

3367
Nu zie ik het mooiste. De bovenkant van de wolken. (24)

3368
Maar het licht dat de wolken kleurt is ook het licht dat op de stoep valt. (25)

3369
De koude wind heeft alle wolken weggejaagd, de oude brug spiegelt zich helder en gedetailleerd in de Arno. (77)

3370
Ik heb de volle kracht ervaren van een wankelend genie dat een Zuid-Frans veld, bomen en wolken schilderde als kolkende onbeheersbare krachten. (97)

3371
Alleen maar die hoek van rotssteen, de boerse lijnen van dat reliëf, grijs in grijs, een parallellogram van oker voor de tuinmuren, een veeg grijsblauw voor de lucht, eerst maar eens dat diepe koningsblauw aanlengen, de wolken gewoon het papier zelf. (98)

3372
Fientje leunt achterover in de hoek van haar moeders arm, nestelt zich met al de kracht van haar compacte gewicht en staart naar de wolken. (100)

3373
En wanneer ik opnieuw neerkijk op de wolken en de landschappen daaronder, zal ik lijken op een van die personages in plafondschilderingen, een wasvrouw die zich over een balustrade buigt, een vrouw die haar roodblonde haren laat drogen, geflankeerd door een tam aapje genaamd Hoofse Liefde. (162-163)

3374
(…) ik wou dat ik elk detail van dit moment, elk geluid, elke wolk die overdrijft kon onthouden en bewaren. (172)

3375
En de deur is gesloten, ze gaat pas deze namiddag open, dan hang ik al boven de wolken. (174)