vrijdag 26 augustus 2016

de zomer van 2016 – 64

24 augustus

Heerlijk om je bij zo’n weer in een uit zijn voegen barstende tweedehandsboekenzaak in het zweet te sjouwen. ‘Er is weer veel bijgekomen,’ word ik begroet. ‘Ha,’ zeg ik, ‘we zullen eens zien.’ Ik herinner mij nog de laatste keer dat ik hier was, hoe toen al een kat haar jongen niet zou hebben teruggevonden tussen de stapels bananendozen met een mix van vrouwenboeken en hoogstaande literatuur, vaak in onbeschadigde en zelfs ongelezen exemplaren. Voor 3, 4, 5 euro te koop aangeboden. Ik kom nooit onbeladen uit deze schattenkamer, telkens met de pertinente vraag, die ik dan mijn koopmanshart voorhoud: ‘Waarom nog 20, 25 euro voor een nieuw boek betalen als je alles wat je hieruit redt toch nooit nog allemaal gelezen krijgt in dat veel te korte leven van je en wat er nog van overblijft?’

Ook vandaag heb ik weer prijs. Er is inderdaad veel nieuws binnengekomen, ik moet er zowaar dringend van naar de wc. Ik mag gebruik maken van de daartoe bestemde voorziening: ‘Anders kun je niet op je gemak zoeken!’ Gastvrijheid vermengd met welbegrepen eigenbelang, nooit ziet de zus van Arthur mij zonder aankopen vertrekken en ze zou dat graag zo houden. Ik begeef mij na gedane zaken aan de Chiquita-stapel en vind: Het stenen vlot van José Saramago, Onafhankelijke mensen van Halldór Laxness, Mijn leven als man van Joseph Roth (zeer benieuwd naar), De Zuilen van Hercules van Paul Theroux en Jij bent mijn mes van David Grossman. Dat laatste boek is een roman opgevat als een briefwisseling tussen een man en een vrouw en ik vind het een heel mooie titel. Deze Nederlandse vertaling werd in 2000 uitgegeven. 

Thuis merk ik dat het een muffe geur uitwasemt. Tabaksrook, verschaald papier? Ik kan het niet meteen thuiswijzen. Er steekt ook een enveloppe in het boek. Laat mij indiscreet zijn! Het is een langwerpige enveloppe, met in de linkerbovenhoek het logo en adres van de Pousada Flor da Rosa in het Portugese Crato. Pousada betekent herberg of hotel. Even opzoeken leert mij dat het een luxehotel betreft dat op booking.com een 8,8 scoort. Op de enveloppe staat geschreven: ‘Aan mijn allerliefste schat. Van haar allerliefste schat.’ In de enveloppe steken twee kattenbelletjes en een brief. Het eerste kattenbelletje gaat als volgt: ‘Goeie morgen mijn schat. Lekker geslapen? M.’ (Ik kort de naam tot de initiaal in.) Het tweede: ‘Ik hou heel veel van mijn schattebout! Je schat M.’ Vreemd, net zoals op de enveloppe bestempelt de beminner zichzelf tot beminde. En dan de brief, daar bent u vast en zeker benieuwd naar. Die gaat als volgt: ‘Flor Da Rosa, 30 september 1998. Mijn allerliefste schat, / Nu ons eerste negen-maanderke voorbij is, kan ik je nog steeds hetzelfde zeggen als toen: / Kom hier eens naast mij zitten; / Ik zie je heel graag! / Weldra kunnen we beginnen aan ons 2e negen-maanderke (Simka’tje) en ons vele negen-maanderkes (altijd) bij elkaar. / Slaap zacht deze nacht en tot morgen-vroeg aan het ontbijt. / Ik hou heel veel van jou! / Je schattebout / M.’ Toch bizar, als je het mij vraagt. Die ‘negen-maanderkes’ voeren op een wel erg biologische manier de seksualiteit binnen in deze eenrichtingsconversatie. Wat dat enigmatische ‘Simka’tje’ wil zeggen, dat behoort definitief tot een nooit te achterhalen privétaal. En dan is er die omstandigheid dat beide gelieven zich wel in hetzelfde hotel ophouden (ze ontbijten samen), maar blijkbaar niet in hetzelfde bed. Enfin, wat er ook van zij, Jij bent mijn mes lijkt mij een veelbelovend brievenboek!