zondag 17 juli 2016

de zomer van 2016 – 29


16 juli

Ik denk aan de vluchtelingen in Turkije. Aan de Koerden, die nu onder het mom van een staatsgreeprepresaille ongetwijfeld zwaar zullen worden aangepakt. Aan Orhan Pamuk. Aan de Turkse gemeenschappen in ons land, meer bepaald aan die in Gent, waar het feestgedruis intussen is losgebarsten. En dan zie ik hoe gemakkelijk Erdogan die verhitte Turken op straat krijgt. Blijkbaar zijn er veel Turken die liever een dictator aan de macht hebben. De schrik moet er diep in zitten. Of het is: onwetendheid. En wie maalt nu om die 265 doden? ¶

Tegenwoordig beginnen ze al coureurs te interviewen over de terreurdreiging. Sep Vanmarcke, die in de Tour nog niet veel potten heeft gebroken, zei daags na de aanslag in Nice: ‘Ik ben al bang voor de aankomst in Parijs. Ik ga aan mijn vrouwtje zeggen dat ze niet moet komen.’ En zo is Vanmarcke niet alleen sandwichman voor een Nederlands gokkantoor, maar ook angstverspreider in dienst van de overheid. ¶

‘Kom, gij Volk van Vlaanderen, van wien men zei dat ge achterlijk zijt en minderwaardig, omdat men uw aard verbasterde en uw taal miskende: de taal die de vlag moet zijn van uwe fierheid en het symbool van uw rasbewustzijn! Kom, en verneem het, dat uit uw Ras Van Avermaet is geboren, Pauwels is geworden en De Gendt is gegroeid! Kom, opdat ge ’t zoudt leeren dat ge meer moet wezen, dan de domme-kracht van een sterk ras: ook de wapperende vane van een Volk dat zijn innerlijke macht bewust is!’ (Karel Van Wijnendaele, geciteerd door Ann De Craemer in De seingever; de oorspronkelijke namen in het citaat zijn: Van Hauwaert, Ronsse en Scherens) ¶

Ik maak een stevige rit van 77 kilometer. Eerst tot in Hoeke, en dan grotendeels tegen de wind in en onder de kustlijn tot in Bredene. Heel die hoek, het achterland van Blankenberge en De Haan, is voor mij onbekend terrein en ik ontdek het pas nu met verwondering. Tijdens de terugtocht langs het kanaal heb ik de wind in de rug en ik slaag er in om niet onder de dertig per uur te zakken. Thuis voel ik aan mijn armen, nek en benen dat ik mij iets te lang onbeschermd aan de zon heb blootgesteld. ¶