vrijdag 26 maart 2010

driekleur 20

Hij zag eerst het roodzijden behangsel, versierd met goudkleurige papegaaienkoppen, aan de muren drie ivoren knoppen, rechts aan de deurlijst en dicht bij het bed het nachttafeltje en de lamp daarboven met een donkergroene kap en verder een deur met een witte deurknop, waarachter zich iets geheimzinnigs, in ieder geval voor Andreas geheimzinnigs, scheen te verbergen. Verder bevond zich nog dicht bij het bed een zwarte telefoon, die zo was aangebracht, dat ook iemand die in bed lag de hoorn heel gemakkelijk met zijn rechterhand kon opnemen.

Joseph Roth, De legende van de Heilige Drinker, 78-79