donderdag 26 november 2009

ferroviaire observaties 21

Ik zie op de trein een jongeman die leest in een vuistdik boek. Hij zit naast een andere jongeman, die wat zwaarlijvig is, die hardnekkig eczeem op de hals en de kin en rond de rechtermondhoek heeft staan (en een groene koptelefoon op de oren) en die slaapt, De lezende jongeman volgt de regels met zijn vinger, als een kind op de lagere school of een blinde die leest in een brailleboek. Ik kan niet zien welk boek het is want de wikkel is eraf gehaald. De andere jongeman is inmiddels wakker geworden en heeft een laptop uit zijn tussen zijn benen op de vloer geplaatste rugzak gehaald en op zijn schoot opengeslagen. De lezende jongeman is nu afgeleid door wat op het scherm te zien is. Ik probeer te raden welk boek het zou kunnen zijn dat hij leest. De Toverberg misschien? Het moet iets van die omvang zijn. Ik ben razend nieuwsgierig. We stappen af in hetzelfde station en op de trap naar de gang onder de perrons vraag ik het hem. Hij is verguld met mijn vraag. 2666 van Bolaño, dat is wat hij aan het lezen is. Hij leest het graag, we nemen afscheid. De andere jongeman, die met het eczeem, de koptelefoon en de laptop, is op de trein blijven zitten en blijft verwikkeld in een ándere fictie.