zondag 1 november 2009

dag 795 – 091020 dinsdag

Een interessante poll op De Standaard Online: ‘Mag de cementleraar opnieuw les geven?’

Voor wie het niet zou weten, zijn wat raadselachtige benaming heeft ‘de cementleraar’ te danken aan een incident van een paar maanden geleden. Hij propte toen een licht mentaalgehandicapte leerling ondersteboven in een cementemmer. Dit incident werd, ongelukkig genoeg voor de ‘cementleraar’ (die daarvóór uiteraard niet zo werd genoemd), door een andere leerling gefilmd – en deze reportage werd, zoals het hoort in deze tijden van instantverslaggeving, vervolgens op het net gepleurd. De ‘cementleraar’ werd prompt geschorst en komt nu, blijkbaar, in aanmerking om opnieuw les te geven.

Het is, wat mij betreft, evident dat het antwoord op de pollvraag ‘ja’ hoort te zijn. Het slachtoffer mag dan al ‘licht mentaalgehandicapt’ zijn. De leraar, die ik dus niet zoals De Standaard doet ‘cementleraar’ wens te noemen, is, na eerst het bloed onder zijn nagels te zijn gepest door het zootje ongeregeld waaraan hij om den brode les moet geven, me dunkt al zwaar genoeg gestraft doordat hij op alle mogelijke manieren – filmpje, publicatie van familienaam en plaats van tewerkstelling – door het slijk is gesleurd. (In de commentaren bij het DSO-artikel zijn er godzijdank een aantal lezers die bezwaar aantekenen tegen de manier waarop de man publiekelijk aan de schandpaal is genageld. En nóg eens wordt genageld, tot in de nieuwe enquête toe. Daarom schrijft een verbolgen ‘jan huybrechts’: ‘Ook in zijn “poll” heeft DS het nog steeds over de “cementleraar”!... zielig krantje die “kwaliteitskrant”!’)

Wat mij vooral intrigeert is niet hoe het antwoord op de vraag moet luiden maar wel de quasi unanimiteit in de respons: 92 % van de nu (091021) al meer dan 1100 respondenten vindt dat ‘de cementleraar’ opnieuw les mag geven. Dat is duidelijk. De meeste mensen delen mijn mening. Of: ik deel de mening van de meesten.

Dat mag ook wel eens een keer.

Maar ik vraag mij iets af. Ik vraag mij af wat de beweegredenen van die 92 % zijn om ja te antwoorden. Vindt men, zoals ik hierboven al uitlegde, dat de man al voldoende is gestraft? Of gaat hier, in de ‘subtekst’ als het ware, een meninkje schuil over ‘de jeugd van tegenwoordig’ – ‘licht mentaalgehandicapt’ of niet? Het ja zou dan ook wel eens een goedkeuring van of toch zeker een verregaand begrip kunnen inhouden voor het misdrijf.

Het is maar een vraag. Het is de vraag of er een zelfde quasi unanimiteit zou worden bereikt indien de vraag zou luiden: ‘Gaan jongeren te ver?’ Of: ‘Verdienen ze wel beter dan met hun kop in de mortel te worden gepropt?’ Of: ‘Kunt u die man, die, naar eigen zeggen, 25 jaar altijd zijn kalmte heeft weten te bewaren, begrijpen nu hij, gegeven de huidige anarchie en onverantwoordelijkheid en gezagsmoeheid bij jongeren, zijn zelfcontrole heeft verloren?’