dinsdag 25 augustus 2009

mijn woordenboek 226

AFWASSEN

Voor mijn midlifecrisis had ik een voorkeur voor afdrogen, nadien voor afwassen. Het kan op toeval berusten, dat die twee breuken in mijn leven zich samen hebben voorgedaan. Ik weet ook niet of het iets te betekenen heeft. Ze zeggen soms dat het een keerpunt is, wel, ik kan dat beamen. Een verklaring heb ik er niet voor. Misschien heeft het iets te maken met het overwinnen van de vrees voor water, voor vuil water. Je hebt watertjes doorzwommen. Je moet een en ander van je afwassen. Afdrogen is strikt genomen een vrij overbodige karwei: de vaat droogt wel vanzelf. Afwassen moet. ’t Is een soort van schademanagement. Redden wat er te redden valt. Er blijft een vies sopje over. Alle schuim is weg. Het wordt lauw, en uiteindelijk koud. In afwas zit meer dood.

zie ook: AFDROGEN