‘“Poëzie is geen ontketening van gevoelens maar een vlucht voor gevoelens,” zegt Eliot in woorden die [de jongeman] in zijn dagboek heeft overgeschreven. “Poëzie is geen uiting van de persoonlijkheid maar een vlucht voor de persoonlijkheid.” Dan voegt Eliot er als laatste, bittere overweging aan toe: “Maar alleen zij die gevoelens en een persoonlijkheid hebben, weten wat het betekent om ervoor te vluchten.”’
J.M. Coetzee, Portret van een jongeman, 82 (Rainbow Pocket 2004)