VADERS EN ZONEN
Het hoofdpersonage Tom, op indrukwekkende wijze vertolkt door Romain Duris, is een getalenteerde pianist die na de dood van zijn moeder de muziek inruilt voor een schimmige carrière als vastgoedschurk. Van ontroerend naar onroerend goed, en dus slecht. Hij komt echter tot inkeer en kiest alsnog voor fijnbesnaard getokkel op het klavier. Partita’s van Bach in plaats van het in elkaar slaan van krakers.
Dit is wat Jacques Audiard met De battre mon coeur s’est arrêté lijkt te willen zeggen: hoe de uitersten kwaad en goed in één persoon verenigd kunnen zijn. Maar dat is niet het belangrijkste thema van de film. Eigenlijk heeft Audiard het over de relatie tussen vaders en zonen. In dat opzicht is een dialoog die zich helemaal in het begin van de film ontvouwt en die verder helemaal buiten de plot valt van cruciaal belang. Tom spreekt met een vriend over diens pas overleden vader. Toms vriend beklaagt zich over zijn vader. Vroeger was mijn vader autoritair, zegt Toms vriend, en vroeg hij mij nooit om mijn mening, maar daarna begon hij zijn histoires de cul met caissières en secretaresses, en vroeg hij mij om raad. Ça me faisait chier, zegt de zoon op kwade toon. Mijn vader deed alsof ik zijn vriend was. Ça me rendait dingue. Maar dan werden de rollen omgedraaid. Ik begon mijn vader te zien als een kind. Ik werd in zekere zin zijn vader. De toon verandert: Toms vriend wordt emotioneel. Opeens is je vader oud geworden, zegt hij, en zelf ben je je geloof in je eigen onsterfelijkheid kwijtgespeeld. Je vader wordt ziek en behoeftig. Je moet hem verzorgen – en het gekke is dat je niet wilt dat het ophoudt. ‘Dat is het moment waarop iemand die niet gelovig is begint te geloven.’ Toms vriend steekt een sigaret op. ‘En dan, uitgerekend dan, krijg je zelf je eerste kind.’ Wanneer de vader kind is geworden, wordt de zoon vader.
Om later zelf opnieuw het kind te zullen worden van zijn eigen kind – maar die conclusie laat Audiard aan de kijker over.
Pas later in de film maken we kennis met Toms vader. Geen al te best voorbeeld, die Robert. Net als zijn zoon doet hij duistere zaakjes en schuwt daarbij geen brutaliteit. Na de dood van zijn vrouw is hij aan de drank geraakt. Hij komt aan zijn gerief met snolletjes. Vader en zoon zijn in hetzelfde bedje ziek: keihard in de conversatie met elkaar, elk menselijk gevoel onderdrukkend, weinig tot helemaal geen compassie in de business.
Vader Robert raakt betrokken in een vieze affaire waarin de nietsontziende speculant Minskov, een Rus natuurlijk, aan de touwtjes trekt. De zaak loopt slecht af. Zoonlief geraakt erin betrokken. Zoals in de aanvangsdialoog werd gesuggereerd: vaders shit vormt een erfelijke belasting.
De battre mon coeur s’est arrêté is een harde, psychologisch zeer interessante en filmisch spectaculaire film waaruit elk overbodig detail is geweerd. Audiard laat het einde open: hij trancheert niet in de kwestie of de zoon zich al dan niet kan bevrijden van het slechte gesternte waarin hij door toedoen van de vader is terechtgekomen. Hij kan kiezen voor een beter leven, maar of het al dan niet goed uitdraait: dat is, behalve van wilskracht toch ook in grote mate van chance een kwestie.
Jacques Audiard, De battre mon coeur s’est arrêté (2005) – te bekijken op VRT MAX: https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/de-battre-mon-coeur-s-est-arrete/
