fragment uit Het maaiveld
Het passiespel was ontegensprekelijk het hoogtepunt van het zesde leerjaar. De traditie wou dat de leerlingen van het zesde leerjaar van Afdeling C in de aan Maria gewijde bedevaartskerk van Ver-Assebroek de hoogmis van Goede Vrijdag opluisterden met enkele als toneeltjes opgevoerde passages uit het lijdensverhaal. Elke leerling kreeg een rol toebedeeld: als apostel die deelnam aan het Laatste Avondmaal of in slaap viel in de Hof van Olijven, als Pilatus, als Jozef van Arimatea, als de Stem van het Volk, enzovoort. Uiteraard moest iemand ook Jezus spelen. Ik was de evidente keuze van meneer Van Simaey. Ik heb nooit begrepen waaraan ik dat te danken had. Ik had geen zin om Jezus te spelen. Ik legde mij er niet bij neer en wist meneer Van Simaey ervan te overtuigen dat Danny Goethals ongeschikt was voor de rol van de Verteller, de Evangelist. Ik vond dat die rol mij toekwam. Niet zozeer omdat ik per se geen Jezus wou zijn, zoals ik later vertelde in de veronderstelling dat dit mij in een seculiere context een verhoogde status zou opleveren, maar gewoon, domweg, omdat ik dan geen tekst uit het hoofd moest leren – iets waar ik toen en altijd enorm tegenop heb gezien. Ik trok mijn stoute schoenen aan en wees meneer Van Simaey erop dat de Evangelist te pas en te onpas onwillekeurig 't' zei. En inderdaad viel het, na empirische vaststelling, niet te ontkennen dat Danny Goethals de gewoonte had om te pas maar eigenlijk vooral te onpas de punt van zijn tong met een klak van zijn verhemelte los te maken en zo een 't'-klank te produceren, zomaar, tussen twee woorden in.
Onmiddellijk daarop kraaide – t – een haan. En Petrus herinnerde zich het woord van Jezus die – t – gezegd had: ‘Voor het kraaien van de haan zult ge Mij driemaal – t – verloochend hebben.’ Hij ging naar buiten en – t – begon bitter te wenen.

Otto Dix, Petrus und der Hahn II
In plaats van een straf voor mijn pretentieuze bemoeienis kreeg ik gelijk. Ik denk niet dat Danny Goethals er gelukkig mee was.
En zo breide ik, staande voor een microfoon, tijdens die mis van Goede Vrijdag als Verteller de clausen van mijn klasgenoten aan elkaar. Ik heb nog vaak teruggedacht aan mijn optreden als Evangelist, bijvoorbeeld toen ik vele jaren later de Mattheus- of Johannespassie van Bach beluisterde. Maar ik dacht er ook aan terug op Goede Vrijdagen zonder passie.