NIEUWE SCHOONHEID
Cultuurfilosoof Frans Aerts (1948-2018) komt na enkele publicaties waarin hij lucht heeft gegeven aan zijn knorrige onvrede met de actualiteit tot het besef dat hij te lang een te rigide onderscheid heeft gemaakt tussen hoge en lage cultuur. De hoge cultuur (‘Cultuur’, met hoofdletter) bestond dan uit vooral oude werken die hun deugdelijkheid hebben bewezen, terwijl – althans volgens Aerts – in het hedendaagse (1994) aanbod populaire kunstuitingen en pulp overheersen. Dat onderscheid resulteerde als vanzelf in een nostalgische blik die niet openstaat voor vernieuwende en vooruitstrevende kunst. Aerts geeft toe dat hij meer openheid moet nastreven, dat hij ook in het actuele aanbod moet zoeken naar het waardevolle. Ja, dat zelfs het zogenaamd populaire aanbod van televisieseries, muziek, reclame en film rijkdom en schoonheid kan bevatten.
Schoonheid heeft volgens Aerts met meerlagigheid te maken. Schoonheid is geen maakwerk op basis van vaststaande recepten. In schoonheid openbaart zich de altijd onvolmaakte en nooit voltooide ziel van de kunstenaar. Op ware schoonheid, die naam waardig, raak je nooit uitgekeken want na de ene interpretatie dient een volgende zich aan. Waar het populaire alras verdwijnt en door de nieuwste mode wordt vervangen, is schoonheid duurzaam want het interpreteren kent nooit een einde. (Ik tref dezer dagen, op een bladwijzer die jarenlang op me wachtte in een van mijn 1003 boeken, toevallig een citaat aan van Italo Calvino: ‘Een klassiek werk is een boek dat nooit ophoudt te zeggen wat het te zeggen heeft.’ (Vrije vertaling van een Engelse vertaling van een onnaspeurbaar citaat: ‘A classic is a book that has never finished saying wat it has to say.’))
Maar er is een probleem: het duurt een tijd vooraleer nieuwe, hedendaagse, actuele schoonheid zich, gevangen en platgedrukt tussen al dat populaire geweld, openbaart. Zij dreigt te worden verdrongen door het overtalrijke aanbod waardoor het geduld, dat nodig is om schoonheid te ontwaren, danig op de proef wordt gesteld. Aerts haalt dan ook Spinoza aan, die zijn Ethica besluit met de boutade: ‘Al het voortreffelijke is even moeilijk als zeldzaam.’
Frans
Aerts, ‘Het doemdenken voorbij?’, in: Anno 94. De Tijd in
Tekst en Tekens (1994)
Spinoza, Ethica (1677)
Aanvulling, met dank aan Paul Claes: Het citaat staat in Calvino, Perché leggere i classici, 1991): 'Un classico è un libro che non ha mai finito di dire qualche ha da dire.' Ned. vert. Waarom zou je de klassieken lezen?
