fragment uit Het maaiveld
Hugo Vandamme van het derde was van het geblokte, wat boerse type. Niet enkel omwille van zijn grof getekende uiterlijk want hij had ook de reputatie streng en rechtlijnig te zijn. Hij werd De Vierkante Kop genoemd. Maar in weerwil van zijn reputatie bewaar ik aan meneer Vandamme een goede herinnering. Hij nam het eens voor me op toen ik een door hem gegeven schrijfstraf niet had gemaakt. Dat was waarschijnlijk de belangrijkste les die meneer Vandamme mij ooit heeft geleerd.
Ik had de bestraffing niet rechtvaardig gevonden. De strafmaat leek mij niet in verhouding met de omvang van het vergrijp. En dus had ik het mij opgelegde aantal bladzijden niet geschreven. Ik had het blad waarop ik die straf had moeten schrijven de volgende dag ‘s ochtends op weg naar school uit mijn boekentas opgediept, gescheurd en in de gracht geworpen. Ik had op de speelplaats met die heldendaad uitgepakt want, ja, dat was wel heel erg stoutmoedig van me geweest! Iemand uit mijn gehoor, een nietige garnaal, een onbeduidende klikspaan, had De Vierkante Kop hierover geïnformeerd. Ik had er geen rekening mee gehouden dat zoiets mogelijk was. Maar het was dus toch gebeurd en ik sidderde al bij het vooruitzicht een verdubbelde straf te mogen tegemoetzien. Het onwaarschijnlijke gebeurde. De Vierkante Kop deed alsof hij die straf die hij mij daags tevoren had gegeven helemaal vergeten was. ‘Straf gescheurd? Welke straf?’ De verklikker en geredde waren allebei verbouwereerd, zij het om heel uiteenlopende redenen. Mogelijk geschokt door het verwerpelijke van dat klikken nam meneer Vandamme, besef ik nu, de enige juiste beslissing en hij ging over tot de orde van de dag. Zonder zijn generositeit zou ik het hele voorval en de les die eruit te trekken was al lang zijn vergeten. Dat had geen enkele straf ooit kunnen bewerkstelligen.
Deze onverwachte pedagogische wending sorteerde een weldadig effect: het niet toepassen van de – nochtans gerechtvaardigde – mogelijkheid mij te bestraffen en, dientengevolge, het aanreiken van een nieuwe kans brachten mij meer op het rechte pad terug dan een reprimande of opgelegde boetedoening zou hebben vermogen.
Het enige andere wat ik mij van het derde leerjaar herinner is dat meneer Vandamme eens samen met de hele klas een kastanjetaart bakte. Dat was een heel programma: samen naar het Ryckeveldebos om kastanjes te rapen, de kastanjes pellen en van onzuiverheden ontdoen, enzovoort. Er kwam ook een enorme dosis chocolade bij kijken, waardoor het eindresultaat als een baksteen op mijn maag viel. Maar memorabel was het dus wel.
Hans E. wist mij onlangs te vertellen dat Hugo Vandamme, hoogbejaard inmiddels, meer dan een halve eeuw later nog altijd vief rondfietst in Assebroek.