donderdag 31 juli 2025

notitie 482

DOOIE MUS


Vorige week kwam Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter (van de N-VA, dezelfde partij die ook de raad van beheer van de VRT dirigeert) heel fier vertellen dat ze een vraag van VRT-CEO Delaplace om de programma’s te mogen onderbreken voor reclame had afgeblokt. Fier als een gieter. Zoals ze in mijn ogen ook afging. Want f*ck zeg, we moeten niet blij zijn met het feit dat er geen reclame-onderbrekingen komen. Dat is een dooie mus. Ik zal pas blij zijn wanneer de reclame op de openbare radio en tv effenaf wordt afgeschaft. Geëlimineerd. Uitgeschakeld. Verboden.

Want eerlijk gezegd: hoe komen ze erbij, om het zelfs maar te vrágen om programma’s te mogen onderbreken voor reclameboodschappen? Ja, zoals op de commerciële tv.

Kijk. Ik vraag bij dezen: Steve, kom terug. Ik weet dat je dood bent, maar kom toch maar terug. Je kunt het nog goedmaken. Want, Steve, je had dat kijk- en luistergeld nooit mogen afschaffen. Ik vraag je om terug te komen om die beslissing ongedaan te maken. Ja, je hoort het goed: om het kijk- en luistergeld terug in te voeren.

Want, beste luisteraars en kijkers van VRT, zeg eens eerlijk: zou u er geen 10 of 20 euro per jaar voor over hebben om naar een reclamevrije VRT te luisteren en te kijken? Zonder al die ergerlijke commercials voor Gamma, Impermo, Immoscoop, Delhaize? Die om de haverklap worden herhaald? Tot op een punt dat in de piekuren tot 10 procent of meer van de tijd erdoor wordt ingenomen: voor en na het nieuws, het weerbericht, de verkeersinformatie, en dan ook nog eens gewoon tussendoor, en stoemelings. U ergert zich daar toch ook aan?

Let wel, mijn ergernis, mijn kwaadheid, mijn woede wordt niet, of niet uitsluitend, ingegeven door esthetische motieven. Ik ben niet te beroerd om toe te geven dat een reclameboodschap soms goed gemaakt is, origineel, mooi zelfs, of gewoon grappig. Wij maken uw keuken in Belgie. Dat was toch hilarisch? Daar gaat het mij niet, of niet uitsluitend om. Ik ben geërgerd, kwaad, woedend zelfs omdat ik me machteloos voel. Reclame op de VRT is in dat opzicht – en ik weet het, de vergelijking is politiek niet correct maar ik maak ze toch om retorische redenen – vergelijkbaar met de genocide in Gaza. Iedereen weet dat het totaal fout is, maar niemand kan er iets aan doen. Niemand wil het, en toch gebeurt het.

Hoeveel keer hebt u al het radionieuws gemist omdat u vlak voor het uur het toestel afzette om de reclame te vermijden? Hoeveel uren zat die oorwurm van tegels-natuursteen-parket-Impermo al in uw oor te knagen? Hoeveel keer al vond u het gênant dat een interessant interview moest worden afgebroken omdat de reclame er zat aan te komen? Hoeveel keer al hebt u zich vernederd gevoeld omdat u geïnstrumentaliseerd, geobjectiveerd, vervreemd wordt door die reclamemakers die eropuit zijn om u in uw meest basale drijfveren te treffen? Hoeveel keer al hebt u zich kwaad gemaakt om het vaak stuitend gebrek aan ethisch besef bij de adverteerders (en dus ook bij de verkopers van openbare ruimte en openbare tijd, in casu de VRT), bijvoorbeeld wanneer ze cruisereizen aanprijzen of een alweer grotere en bredere SUV? En dat nog los van het feit dat reclame per definitie leugenachtig is en mee aan de basis ligt van wat wij nu ‘de crisis van de waarheid’ noemen.

Reclame is er en ze blijft bestaan niet omdat wij dat leuk vinden maar omdat niemand er iets tegen vermag. Reclame is een uiting van het totalitaire bestel waarin we zijn terechtgekomen en waarin niemand nog weet waar de uitgang zich bevindt.

Steve Stevaert heeft, uiteraard uit populistische overwegingen, indertijd het kijk- en luistergeld afgeschaft. Mede daardoor, en uiteraard door de absurde besparingen die daarna zijn gevolgd, is de openbare omroep armlastig geworden. Reclame is maar één mogelijkheid om het gat op te vullen. Maar er zijn andere mogelijkheden. Als er op mijn solidaire bijdrage zou worden gerekend om een reclamevrije openbare omroep opnieuw mogelijk te maken, dan zal ik daar met heel veel plezier gevolg aan geven.

En kom nu niet af met het argument ‘er staat een knop op je tv’. Ik heb het niet over commerciële zenders, die mogen voor mijn part uitsluitend reclame uitzenden. (Wat ze eigenlijk al bijna doen: de programma’s lijken er vooral te worden gemaakt om de reclameblokken met elkaar te verbinden.) Neen, dit is een ideologische discussie. Dit gaat over openbare dienstverlening. Dit gaat over een overheid die, volgens mij dan toch, als belangrijke taak heeft om haar burgers tegen de commercie af te schermen in plaats van zich erdoor te laten inpalmen.

Dus, Cieltje, neem uw taak echt ter harte en wees niet blij met een dooie mus. Tenzij uw partij niet echt in overheid en op solidariteit gebaseerde openbare dienstverlening geïnteresseerd is. Dat zou kunnen.