In deze rubriek heb ik het over door mij gelezen of in mijn bezit zijnde boeken waar een verhaal aan vasthangt of die iets bijzonders voor mij betekenen.
april 1990
VISIES
In het voorjaar van 1990 kreeg ik de kans om samen met een vriend die daar zijn tekeningen geen slijten naar New York te reizen. Uit eigen beweging zou ik – ook toen – zoiets nooit doen. Ik was nog nooit buiten Europa geweest – en dat is nadien zo gebleven. Ik had er de tijd voor, en ook de middelen aangezien ik enkel mijn vliegreis heen en terug diende te betalen want voor overnachting was gezorgd. En eten, ja, dat moet je thuis ook.
In de Brugse stadsbibliotheek vond ik Delirious New York van Rem Koolhaas. Het boek zag er aantrekkelijk uit en ik was niet op zoek naar een ‘gewone’ reisgids. Het toeval was mij gunstig gezind want dit ‘retroactief manifest voor Manhattan’ is niets minder dan een van de essentiële teksten over New York in het bijzonder en over stedenbouw in het algemeen. Dat wist ik toen niet maar dat heb ik ondertussen wel begrepen.
Koolhaas leverde mij een ideale voorbereiding. In plaats van met een indigestie aan weetjes over bezienswaardigheden, trok ik de plas over met een visie, een denkkader waarin ik mijn impressies kon vatten. Koolhaas liet me een stad zien die anders wellicht vooral een stratenplan, een verzameling spectaculaire gebouwen, een schiereiland en een groot park zou zijn geweest. Nu wist ik toch het een en ander over waarom Manhattan was zoals het was, waarom die wolkenkrabbers wolkenkrabbers zijn op de manier zoals ze het zijn, waarom dat stratenplan een raster is, hoe het mogelijk is dat op zo’n dure grond het gigantische Central Park nooit werd verkaveld.
Een van de weetjes die ik van het boek onthield, is dat een vooruitziend stedenbouwkundig reglement stipuleerde dat de hoge gebouwen altijd spits moesten uitlopen om op die manier meer licht in de straten toe te laten. Het boek van Koolhaas bevatte ook een uitgebreid hoofdstuk over Coney Island. Ik had bij het beluisteren van de plaat van Lou Reed nooit stilgestaan bij wat dat precies was.
Aan mijn vijf dagen in New York bewaar ik de beste herinneringen. De eerste nacht logeerde ik met B. en zijn vrouw N. in een poepsjiek appartement tegenover Central Park. Toen we, in de war met de tijd, opstonden, bleek het te hebben gesneeuwd. Maar diezelfde dag nog metamorfoseerde de late winter in een vroege zomer.
Vele kilometers heb ik die dagen te voet afgelegd. Manhattan bleek, hoe uitgesponnen de liniaalrechte afstanden er ook zijn, en hoe hoog de wolkenkrabbers, een stad op mensenmaat: overzichtelijk en vriendelijk.
Door toedoen van B. leerde ik André Martheleur kennen, een uitgeweken Belg. Ik mocht de volgende nachten in zijn appartement doorbrengen. Door het noordwaarts gerichte raam keek je uit op de Empire State Building. Vooral ‘s nachts was dat een spectaculair zicht, wanneer de wolkenslierten langs de verlichte toren gleden. André had fortuin gemaakt met het coifferen van vedetten. (Hij knipte ook mijn haar.) En daarna had hij dat fortuin in alimentaties en dergelijke zien opgaan. En in filmrolletjes en afdrukken.
Een paar keer nam André me mee op zijn lange wandelingen door de stad. André was – ja, verleden tijd, hij overleed in 2010 – fotograaf. Hij leerde me kijken. Niet naar wat bezienswaardig maar naar wat volgens hem fotografeerwaardig was – en dat is zeker niet hetzelfde. Net als Koolhaas zette André me een bril op om naar New York te kijken. En die bril heb ik nadien overal meegenomen.
Ik raakte niet uitgekeken. Door de nummering van haar streets en avenues is Manhattan een stad waarin je niet kunt verdwalen. Het water rondom grenst het gebied af. Behalve in het noorden, maar dat zijn de Bronx en daar kom je beter niet alleen, raadde André mij aan.
In een volgend boekverhaal kom ik terug op André Martheleur.
Hier enkel nog dit. Toen ik een negen jaar geleden de film News from Home van Chantal Akerman zag, kwam wat zij in 1975 vastlegde mij bekend voor. De groezeligheid van neergelaten rolluiken en gescheurde affiches en dampende putdeksels was mij in een paar zijstraten en achterbuurten ook opgevallen. Akermans esthetiek en kijk stemmen in grote mate overeen met hoe André mij ook heeft leren kijken: niet thematisch maar impressionistisch; met een oog niet voor kiekjes maar voor sfeer; niet documenterend maar met liefde; niet het wat maar het hoe.
![]() |
still uit News from Home |
Rem
Koolhaas, Delirious New York (1978)
Hier
kun je het boek van Koolhaas doorbladeren:
https://archive.org/details/KoolhaasRemDeliriousNewYorkARetroactiveManifestoForManhattan/page/n319/mode/2up
Lees
hier wat ik over News from Home schreef:
https://pascaldigital.blogspot.com/2016/03/chantal-akerman-news-from-home.html