Maar vaak genoeg ziet men nog iets ergers, namelijk een voerman die alleen, zonder paarden, door de straten loopt en onophoudelijk knalt, zó heeft die man het klappen met zijn zweep tot gewoonte gemaakt, ten gevolg van de onverantwoordelijke verdraagzaamheid.
Arthur Schopenhauer, Er is geen vrouw die deugt,
‖
Motoren knetterden, paardenhoeven klepperden over het plaveisel, huurkoetsiers klakten met hun tong en lieten hun dunne zweep door de lucht suizen.
Robert Seethaler, De Weense sigarenboer, 129