dinsdag 29 oktober 2024

afscheid van mijn digitaal bestaan 445

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

31 december 2016


Ik fietste vorige week door Honfleur, en vond daar niet meteen de juiste straat die me op weg zou helpen naar de rotonde vanwaar ik de klim naar Gonneville kon aanvatten. Ik stelde vast dat ik me in een doodlopende straat bevond, ik moest dus rechtsomkeert maken. En juist toen ik mijn kar draaide, zag ik twee dames te voet. Een oudere en een wat jongere – ze moeten 75 en 55 zijn geweest of daaromtrent. Misschien waren het moeder en dochter. Zoals mannen dan doen, keek ik alleen maar naar de jongste. (Moeders die met hun dochter op stap gaan, wéten dat.) We bevonden ons op enkele meters van elkaar. Onze blikken kruisten elkaar. Ze had heldere, grijze ogen, een wat vermoeide opslag. Maar er lag een glimlach rond haar mond, en ik glimlachte terug. Daar liet ik het bij – ce n’était qu’une passante. Ik reed de doodlopende straat in de omgekeerde richting terug uit, tot ik het kruispunt bereikte waar ik hem was ingeslagen, koos daar rechtsaf de dalende straat richting het Vieux Bassin, sloeg daar een tweede keer rechtsaf, en kwam zo tot onderaan de trap die de twee waren afgedaald vanaf het punt waar ik hen had gezien, vanaf het punt waar ik dat jonge ding in d’r ogen had gekeken. Het was niet de bedoeling dat ik hun pad nog eens kruiste, het kwam gewoon zo uit. Het toeval nam geen vrede met één keer. Het wou een tweede keer. Alsof het belangrijk was dat ik die glimlach niet vergat. Ik fietste dus voorbij de voet van de trap naar de bovenstad, en zag dat de jongste vrouw mij zag – en ik besefte opeens: er komt geen derde keer. Daarom zwaaide ik, impulsief. De vrouw zwaaide niet terug, dat zou misschien encombrant geweest zijn met haar moeder erbij, als het haar moeder was, maar iets in haar houding verried dat ze mijn gebaar niet onprettig vond. Fietsend naar de een paar honderd meter verderop gelegen rotonde dacht ik na over liefde, toeval, tijd, een blik in de ogen, en over zowat alles wat daarmee te maken heeft. Ik zag de aartslelijke voorstedelijke bric-à-brac in de KMO-zone naast de viervakse toegangsweg op een bepaalde manier niet, bereikte de rotonde en vatte, met doorzettingsvermogen en geduld, de steile kilometer naar Gonneville aan.