We aten ijs, wit of geel. Hier durfde ze zelfs een
bolletje frambozenijs te proberen – rood was tot dan toe taboe. Ik voelde me
trots terwijl ik toekeek hoe ze haar angst overwon.
In Turkije begon ze weer vragen te stellen. Deze keer gaf
ik eerlijker antwoord, haar vragen maakten me niet meer bang.
Toen we bij de Zwarte Zeekust kwamen, barstte ze opeens
in tranen uit en moest ik bij een tankstation stoppen.
Nino Haratischwili, Het
achtste leven (voor Brilka), 1251