maandag 26 augustus 2019

Nino Haratischwili, Het achtste leven (voor Brilka)


Ik heb mij door de 1270 bladzijden van Nino Haratischwili’s Het achtste leven (voor Brilka) gewerkt. Ik ging eerst schrijven ‘geploegd’, maar dat is geen juiste werkwoordkeuze. Bovendien weet ik niet of ik het nog zou kunnen opbrengen om 1270 bladzijden te ‘ploegen’. Ik denk het eerlijk gezegd niet. A rato van zo’n dertig bladzijden per uur vergt de lectuur van deze pil toch bijna het equivalent van twee volle etmalen en dat vind ik veel. Neen, Het achtste leven leest vlot weg, zoals dat dan heet. Of moet ik nauwkeuriger zijn want ‘wég’ zal dit boek ook niet zo vlug zijn. Uit mijn hoofd, geheugen, hart. Wie die Haratischwili (1983) ook moge zijn, en in welke relatie ze tot de door haar opgevoerde personages ook moge staan, autobiografisch of niet, eventueel autobiografisch aangedikt met fictie…: wát ze schrijft beklijft.

(Ik zoek het meteen eens op, in welke mate zij zelf met haar verhaal verweven is. Uit een interview blijkt dat Het achtste leven slechts in beperkte mate autobiografisch is. Alleen al het feit dat Haratischwili haar vertelster, een van de acht hoofdpersonages van wie zij het leven vertelt, in 1973 en dus tien jaar vroeger laat geboren zijn, maakt duidelijk dat er van volledig samenvallen geen sprake is.)

Helemaal verzonnen kan zo’n boek echter niet zijn. We krijgen een eeuw Georgische en Europese geschiedenis, gezien door de ogen van de chroniqueuse van een familie uit Tbilisi. De grandeur van de belle époque, het verschrikkelijke Stalinbewind, de oorlog, nog een burgeroorlog erbovenop, Tsjernobyl maar evengoed de Praagse Lente, de grote schokken die door het Europese continent gaan en die tot in het verafgelegen Kaukasische land voelbaar zijn… Het achtste leven brengt de treurige geschiedenis van de twintigste eeuw en daarin verweven de teloorgang van een rijk leven, van intens beleefde familiebanden. En daar staat tegenover: de vaste wil om – desalniettemin – iets hoopvols door te geven aan de volgende generatie…

Het is een mooi boek, een prangend verhaal. Haratischwili houdt je 1270 bladzijden bij de les – al heb ik in mijn aandacht toch een paar momenten van verzwakking kunnen noteren en kon ik mij toch ook niet altijd herinneren wie nu weer wie was.

Maar is het grootse literatuur? Zeker niet. Veel méér dan het doorwrochte en goed gedocumenteerde, goed in de tijd gesitueerde verhaal heeft Het achtste leven niet te bieden. Zoek hier geen literaire meerwaarde of stilistische hoogstandjes. Soms wordt de toon schools en stijgt de roman niet boven het niveau van jeugdliteratuur uit. Met name de hele magische-chocola-kwestie kon me helemaal niet overtuigen, ze doet afbreuk aan de ernst en bij momenten grootsheid van het geheel. (De stamvader van het geslacht, bij wie Haratischwili de hele geschiedenis laat beginnen, is chocolatier en heeft een mengsel gebrouwen dat behalve onweerstaanbaar ook gevaarlijk is voor wie ervan smult…)

Maar goed, het is al bij al zeker de moeite waard geweest. Haratischwili heeft me een viertal weken meegenomen naar een andere werkelijkheid, een andere wereld. Dat is dezer dagen zeker geen overbodige luxe. Wij hebben nood aan verhalen. Zeker als die ons doen nadenken over onze al dan niet vermeende vrijheid binnen het politieke systeem maar ook de familiale banden en het verleden waarin we opgesloten zitten.


Nino Haratischwili, Het achtste leven (voor Brilka), 1270 p., vertaling uit het Duits door Elly Schippers en Jantsje Post.