De zwart gelakte deur met de gouden knop zwaaide open en
daar kwam Amy in een marineblauwe jurk stralend van oor tot oor op haar gast
af. Kitty’s gevoel hier niet op haar plaats te zijn werd sterker toen ze het
huis binnenging. Ze had verwacht dat Amy hier een appartement bewoonde, niet
dat ze de eigenares was van dit drie verdiepingen tellende pand. Ze werd naar
de salon gebracht, waar ze earl grey met appeltaart aangeboden kreeg. Op de
gebloemde bank voelde ze zich een Siberische vogel die per ongeluk in de tropen
was beland. Uit schaamte voor haar schortjurk van het Rode Kruis hield ze aanvankelijk
haar armen voor haar borst, alsof ze de lelijkheid van haar kleren kon
verhullen.
Nino Haratischwili, Het
achtste leven (voor Brilka), 467