zondag 1 oktober 2017

parallel 87



Dit herkende ik als typisch Weens. Overal, zo vermeldden de reisgidsen, kon men in wenen een veelheid van kranten lezen (ik weet nu waarom: er valt weinig anders te doen). In de veelbeschreven bruine koffiehuizen kon men ongestoord en in een rustige sfeer urenlang het nieuws uit de hele wereld tot zich nemen.

Bob den Uyl, Het reizen vereist sterke zenuwen, 191

ǁ

Ik weet alleen dat het voor mij tot de onmogelijkheden behoorde, gebruik te maken van het openbaar vervoer en bijvorbeeld met lijn 41 eenvoudigweg naar Pötzleinsdorf of met lijn 58 naar Schönbrunn te rijden, om, net als ik vroeger niet zelden had gedaan, de hele dag in het Pötzleinsdorfer park, in het Dorotheewald of in de Fasangarten te gaan wandelen. Het binnengaan van koffiehuizen en eetgelegenheden daarentegen leverde me geen bijzondere problemen op. Ja, het bezorgde mij iedere keer als ik enigszins gesterkt en uitgerust was, een tijdelijk gevoel van normaliteit (…)

W.G. Sebald, Melancholische dwaalwegen (tegenwoordig: Vertigo), 33-34